Jaargang 51 Nummer 1

POKROF 16 ren. Orthodoxe, protestantse en anglicaanse christenen vinden in Rome zoveel dat getuigt van een gemeenschappelijk verleden. De gangmaker van de katholieke deelname aan de oecumenische beweging was ongetwijfeld Paus Johannes XXIII. Als Pauselijke Delegaat in Bulgarije en Turkije had hij veel positieve ontmoetin- gen gehad met orthodoxe chris- tenen. Aan het Tweede Vaticaans Concilie wilde hij daarom van meet af aan een oecumenische opdracht geven. Om de oecu- menische activiteit van het Concilie te organiseren, stichtte hij op 5 juni 1960 het Secreta- riaat voor de Eenheid onder de Christenen. De Duitse jezuïet en later kardinaal Augustin Bea werd de eerste voorzitter. Kardinaal Bea had als exegeet reeds een lange academische carrière in Rome achter de rug; hij was bovendien medewerker van de Congregatie voor de Geloofsleer geweest en biechtva- der van Paus Pius XII. Zijn lei- derschap wekte vertrouwen zo- wel in katholieke als in niet-katholieke kringen. De man die het meeste werk op zijn met de Oud-oosterse Kerken (Koptische Kerk, Syrische Kerk, Armeense Kerk, Malankaarse Kerk, Assyrische Kerk). Tevens is hij rector van het Belgisch Pauselijk College te Rome. Oecumene als basis Werken aan de eenheid onder de christenen is nog steeds niet zo vanzelfsprekend als zou moeten of kunnen. Ook voor de Katho- lieke Kerk is de oecumene een weg van bekering, van hervor- ming en vernieuwing. En dat gaat niet op één dag. Rome zelf is in de oecumene een kans en een vraag. Een vraag omdat christe- nen van andere Kerken en kerke- lijke gemeenschappen* zich niet zomaar in het ambt van de paus herkennen. Een kans omdat 1000 jaar geschiedenis van chris- telijk Rome tot het patrimonium van de onverdeelde Kerk beho- “Ook de Katholieke Kerk heeft begrepen dat de theologische dialoog alleen in een klimaat van broederlijke liefde kans van slagen heeft”. Hiermee zet Mgr. Bonny de toon van zijn betoog, die ook doorklinkt in het dage- lijkse werk op de Raad voor de Eenheid. De leden van het Tilburgs Byzantijns Koor (TBK) en hun partners zijn op hun pelgrimage in Rome te gast bij de Pauselijke raad ter Bevor- dering van de Eenheid onder de Christenen. Daar waar eenheid wordt gesmeed tussen christe- nen van Oost en West, waar oecumene gestalte krijgt, met liefde als drijfveer, voelde het TBK zich thuis. Mgr. Johan Bonny (48), priester van het bis- dom Brugge, is theoloog en staflid van de Pauselijk Raad voor de Eenheid. Hij is verant- woordelijk voor de betrekkingen ‘Petrus en Andreas omhelzen elkaar in broederlijke liefde’, een boeiende en inmiddels bekende icoon, aan paus Paulus VI geschonken door Patriarch Athenagoras I van Constantinopel. Deze icoon prijkt in de vergaderruimte van de Pauselijke Raad voor de Eenheid, waar Mgr. Johan Bonny ons te woord staat. Een verhaal zonder wierook, direct, begrijpelijke beeldspraak met een vleugje humor, maar vooral open. Een kijkje in de keuken van eenheid en oecumene Mgr. Bonny over de Pauselijke raad voor de eenheid . lij i Verwelkoming van de paus bij zijn bezoek aan Armenië in 2001. De pauselijke Raad voor de Eenheid van de christenen speelt een belangrijke rol bij de voorbereiding van de oecumenische reizen van de paus. Foto: L. van Leijsen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=