Jaargang 50 Nummer 1

POKROF 1 Onderweg van het vliegveld van Damascus naar het klooster in Ma'arat Saydnaya leren we in de auto Gabi kennen. Hij vertrekt over een week naar Hengelo. Hij is tandarts en afgelopen zomer in Syrië getrouwd met een in Nederland wonende Syrisch- orthodoxe vrouw. Zijn vrouw is 28 en heeft in Nederland de huwelijksboot gemist. Ze heeft gestudeerd, heeft een goede baan en al haar leeftijdgenoten zijn inmiddels getrouwd. Een huwe- lijk met een gevestigde Neder- lander was een brug te ver en Paradijs niet langer tussen Tigris en Eufraat Mondialisering van de Suryoye-gemeenschap i li i - zou veel weerstand in de familie oproepen. Zo raakte ze aangewe- zen op een partner uit Syrië. Gekscherend spreken Neder- landse Suryoye-jongeren over de ‘Edah’: het filiaal in Syrië waar je een huwelijkspartner kunt vin- den. Geen eerste keus, maar niet te duur en toch goed. Internationale huwelijksmarkt In Syrië is de belangstelling voor een Europese partner groot. Door allerlei ontwikkelingen, twijfel aan de toekomst in Syrië en hoge verwachtingen ten opzichte van Europa, wordt de huwelijksleeftijd uitgesteld. De Syrische jeugd past de westerse levensstandaard toe op haar eigen toekomstverwachtingen. Voordat de huwelijksdag kan aanbreken moeten een baan en een huis worden gevonden en moet er veel geld zijn. De chauffeur die ons rondrijdt in Damascus is niet getrouwd. Hij kan het zich nog niet veroorlo- ven. Het leven is duur in Syrië met een modaal maandsalaris rond € 100. In Noord-oost-Syrië verlaten Suryoye de dorpen en trekken naar Qamishli, een grote provin- cieplaats. In de dorpen is weinig onderwijs en werk. In Qamishli zijn particuliere scholen van de Syrisch-orthodoxe Kerk. De woningmarkt echter kan het tempo waarin families naar Qamishli vertrekken niet bijhou- Twee Suryoye-jongens in Hassake. Foto: Jan Schukkink. Door migratie, waarbij reeds gemigreerde verwanten in het westen als bruggenhoofd functioneren, vertakt de Syrisch-orthodoxe gemeenschap zich mondiaal. Met geld dat wordt verdiend in het wes- ten, wordt geïnvesteerd in Syrië om daardoor makkelijker terug te kunnen keren in de toekomst. De verwanten in het westen zijn de levensverzekering voor de achterblijvers. Jan Schukkink, antropoloog, beschrijft de mondialisering van de Syrisch-orthodoxe gemeenschap. Hij reisde eind 2002 naar Syrië en sprak met Syrisch-orthodoxen oftewel Suryoye in Damascus, Qamishli en Aleppo.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=