Jaargang 49 Nummer 5

POKROF 2 Misschien kunnen we wat leren van hun ervaring van eeuwen. De geschiedenis van deze ooster- se christenen heeft voor het grootste gedeelte plaatsgehad binnen het Huis van de Islam. Ze hebben daar periodes van bloei en neergang gekend, hebben bij- gedragen aan de ontwikkeling van een islamitische beschaving en daar op hun beurt zelf ook invloeden van ondergaan. Dik- wijls is het een strijd geweest om te overleven. Deze bijdrage gaat nader in op de wijze waarop deze christenen een antwoord hebben proberen te geven op de islam. Dat ant- woord is natuurlijk niet eendui- dig. De islam heeft vele gezich- ten, er zijn grote verschillen in tijd, en de christenen op hun beurt waren zelf enorm verdeeld en behoorden tot verschillende confessionele en etnische gemeen- schappen, die elkaar soms heftig bekampten, onder meer om de eigen gemeenschap als de beste te presenteren in de ogen van de moslims. Polemiek en apologetiek Ruwweg tot de 14e eeuw hebben heel wat christelijke theologen zich in hun geschriften bezig gehouden met de islam. De ge- schriften lopen uiteen van hefti- ge polemiek, het bestrijden en weerleggen van de argumenten van de andere partij, via apologe- tiek, het uitleggen van de eigen geloofsovertuigingen in termen die de gesprekspartner kan ver- staan, tot echte dialoog. De pole- miek is onvruchtbaar geweest, ze leidde tot een al even heftige contrapolemiek, en aan beide zijden hield men geen rekening met de diepste overtuigingen en religieuze intuïties van de ande- re partij. Tot de polemiek reke- nen we bijvoorbeeld uitspraken als “Mohammed is een pseudo- profeet” (Johannes van Damas- cus), “de Koran is van de duivel” of “Mohammed is een zinnelijk persoon en een krijgsman belust op buit” (Abd al-Masih al-Kindi). Aan moslimse zijde deed men hier niet voor onder. Men ver- weet de christenen de opzettelij- ke vervalsing van de bijbel of interpreteerde de Triniteit als polytheïsme. Apologetiek en dialoog boden meer perspectieven. In het begin van de 9e eeuw vond te Jeruzalem een geloofsgesprek plaats tussen een Palestijnse monnik Abraham en de Emir van Jeruzalem. Voor het gesprek begon, werden op een opmerkelijke manier de regels van de dialoog vastgesteld. De basisregel werd: “Laten we onze harten leegmaken”, zoals de monnik het uitdrukte, dat wil zeggen: laten we ons gesprek beginnen zonder te spreken van- uit onze eigen vooringenomen standpunten, met de bereidheid ons open te stellen voor de ander, maar ook met de mogelijkheid onze eigen overtuiging in alle vrijheid naar voren te kunnen brengen. Wat dit betekende voor de houding ten aanzien van Mohammed moge blijken uit bij- voorbeeld het gesprek dat de nesto- riaanse katholikos Timotheüs I in dezelfde tijd hield met een van de kaliefen zelf. Op de vraag: “Wat denk je van Mohammed? Is hij een profeet?” ging de katholikos uitgebreid in en legde hij uit waarom christenen Mohammed Achtergrond In het huidige aarzelende gesprek tussen christenen en moslims worden de christenen uit het Midden-Oosten vaak over het hoofd gezien. Alsof zo’n gesprek alleen een zaak is van de kerken uit Amerika of Europa. Nochtans ligt het voor de hand ook eens naar deze oosterse christenen te kijken. Christenen uit het Midden-Oosten en de islam lam Syrisch-orthodoxe Michaëlskerk in Mardin, Turkije. Vanaf het moslim kerkhof in de benedenstad heeft men een weids uitzicht over de Mesopotamische vlakte. Foto: L. van Leijsen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=