Jaargang 49 Nummer 4

POKROF 5 In de twee vorige Pokrofs schreven prof. dr. Herman Teule en dr. Elham Khalil over oosterse christenen en de migratie. Deze derde bijdrage is van dr. J. Jansen. Hij is arabist en werkt bij de Universiteit van Leiden. Zijn laatste boek is Het nut van God, Arbeiderspers 2001. Mohammed, de profeet van de islam, leefde van 570 tot 632. In die tijd was wat wij nu het Midden-Oosten noemen, in hoofdzaak christelijk. Na de veroveringen van de islam is het Midden-Oosten eerst wat betreft de taal gearabiseerd. Zo ongeveer in de 9e eeuw begonnen de christenen daar, en ook de joden, over te gaan op het Arabisch, ten koste van de oorspronkelijke talen: onder meer het Koptisch, het Aramees, het Syrisch, het Armeens en het Grieks. De bekeringen tot de islam hebben sinds de 7e eeuw gestadig plaats gevonden. Ergens rond het jaar 1000 van onze jaartelling is het aantal moslims en het aantal christenen in het Midden-Oosten ongeveer aan elkaar gelijk. Na kruistochten zakken de christe- nen terug tot zo'n tien procent van de bevolking. Plaatselijk is het percentage soms wat hoger, zoals in Libanon en Galilea, maar meestal is het lager. In de 19e en de 20e eeuw wordt de druk op de christelijke en joodse minderheden steeds groter. De traditionele islamitische tolerantie ten opzichte van het christen- dom en het jodendom was toch al beperkt, waarbij eerlijkheidshalve opgemerkt dient te worden dat beperkte tolerantie altijd nog beter is dan helemaal geen tolerantie, zoals in Spanje in 1492 na de reconquista, waar- bij alle joden en moslims het christelijke Spanje werden uitgezet. De islamitische behandeling van christenen en joden is, zoals uit recent onderzoek blijkt, wat min- der vriendelijk en zoetsappig geweest dan tot voor kort gedacht werd. Maar ook die traditionele tolerantie neemt na 1800-1850 snel af. Daar zijn verschillende oorzaken voor aan te wijzen. Het nationalis- me speelt een rol. Maar het is een algemene regel dat godsdienstige minderheden het in tijden van politieke onzekerheid en zwakke overheden voor hun kiezen krijgen. Door de westerse militaire en technologische superio- riteit, die vanaf het begin van de 19e eeuw steeds zichtbaarder wordt in het Midden- Oosten, worden de plaatselijke regeringen door de bevolking steeds meer als zwak en onmachtig gezien. In het voetspoor daarvan neemt de tolerantie ten opzichte van religieu- ze minderheden af. Het moment is niet ver meer, waarop de laat- ste christenen in het Midden-Oosten indivi- dueel niet veel keus meer hebben en proberen te emigreren naar het westen. Ik persoonlijk heb de moed niet hen te zeggen dat ze daar verkeerd aan doen. Anderzijds begrijp ik goed dat het verdrietig is het gehele Midden- Oosten dan maar aan de islam gewonnen te geven, zeker nu de islam in Europa oprukt. Tijdens een haastige treinreis door Duitsland zag ik begin juni hoe in tal van Duitse dorp- jes moskeeën in aanbouw waren. Dat is een mooi gezicht, een triomf van westerse moderne tolerantie en begrip, maar het con- trasteert pijnlijk met de moeite die de chris- tenen in het Midden-Oosten moeten doen om hun eigen kerkgebouwen in stand te mogen houden, om nog maar te zwijgen van de problemen die er met de plaatselijke over- heden in het Midden-Oosten ontstaan bij de bouw van nieuwe kerken. Het zou goed zijn als er in het Midden- Oosten toch een bolwerk van het christen- dom overbleef. Het jodendom heeft zich daar verschanst in de Staat Israël, mis- schien geen erg goed voorbeeld, maar is de huidige Libanese elite niet heimelijk van plan dat voorbeeld te volgen, en te sollicite- ren naar de positie van Het Laatste Christelijke Bolwerk in het Midden-Oosten? Ook u kunt reageren. Reacties kunnen worden ver- stuurd naar het redactiesecretariaat (voor het adres zie de colofon). De redactie kan ingezonden reacties inkorten en behoudt zich het recht voor reacties te weigeren. OOSTERSE CHRISTENEN EN DE MIGRATIE S HR E I E

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=