Perspectief 2021-50

2020-50 Heerlijke theologie, maar ontoereikend 13 Voor Van de Beek en Rikhof zijn de heidense godsdiensten ‘ godslasteringen ’ omdat ze het schepsel vereren boven de Schepper (p. 110). En dan doen de auteurs een opvallend klak- keloos en on-theologisch beroep op een losse Bijbeltekst (Rom. 1:25). De opmerking dat Israel in discussie met andere godsdiensten wel wat opgestoken heeft (p. 48) maakt dat zeker niet goed. Er worden geen theologische consequenties aan verbonden. Egypte in zijn, hier en daar wat bizarre, Osiriscultus was allang bezig met eeuwig leven, met het voortbestaan van het lichaam en met het Laatste Oordeel, toen Israel nog leefde met een schimmig dodenrijk en niets meer. Maar met dit gegeven doen de auteurs niets. Het Wijsheidsboek Spreuken gebruikt in hoofdstuk 8 het beeld van het Kind dat speelt voor de troon van zijn hemelse Vader, en legt zo een lijn uit naar de Drie-eenheid. Israel ontleende dit concept aan Egypte zo heeft Othmar Keel laten zien. Satan is een Perzisch concept. Zonder de invloed van het Hellenisme is het Evangelie nauwelijks denkbaar. Isra- els geloof is in wisselwerking met andere godsdiensten gegroeid. Lag het niet voor de hand om vanuit de almacht van God de relatie met de andere godsdiensten te doorden- ken? Dit kan niet worden afgedaan met de opmerking dat hun boek bedoeld is voor de kerkmensen en niet voor buitenstaanders. Kerkmensen-zelf zitten met de vraag naar de betekenis van de andere godsdiensten. Zolang de relatie met andere godsdiensten niet wordt doorgedacht, zal het christelijk geloof altijd onder de verdenking blijven staan een historische toevalligheid te zijn. Dat is bij een almachtig God toch moeilijk denkbaar. Deze andere godsdiensten hebben ook wel iets van een vuurproef. Zij brengen deze knappe theologie in de werkelijkheid van onze wereld en leggen dan het vuur aan de schenen. Wie God is voor de gedoopten, daar laten de auteurs geen misverstand over bestaan. Maar wie is Hij voor de niet-gedoopten? Of laat God hen in zijn onbewogenheid kreperen, zoals hij de farao gewoon ‘verzuipt’ als Hem dat uitkomt? In het waarschijnlijk oudste literaire document van de wereld, het Epos van Gilgamesj , staat de aangrijpende passage van het sterfbed van Enkidu, vriend van Gilgamesj. Vlak voor zijn sterven droomt Enkidu een droom waarin hij wordt weggevoerd naar het dodenrijk. Hij wordt overweldigd, en met ‘zijn armen gebonden als de vleugels van een vogel’ wordt hij afgevoerd naar het Donkere Huis , ‘het huis dat men niet meer verlaat als men er binnentreedt, er is geen weg terug’. Het is het huis ‘waarvan de bewoners het licht

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=