Perspectief 2020-49

2020-49 Exegetische aantekeningen bij Gemeinsam am Tisch des Herrn 17 2,1-11). Angesichts seines Todes erklärt Jesus, dass er in der vollendeten Königs- herrschaft Gottes wieder „von der Frucht des Weinstocks trinken“ werde (Mk 14,25), nach Mt 26 ,29 „mit euch“ (vgl. Mt 1,23 und 28,20). Die frühchristliche Erinnerung verbindet die Mahlgemeinschaften Jesu auch mit dem Thema der Speisung des Volks mit Manna in der Wüste (Joh 6,31-33; Mk 6,35-44; 8,1-8; vgl. äthHen 62,14; syrBar 29,8; Offb 2,17) und dem Brotwunder des Elischa (vgl. Joh 6,5-15 mit 2 Kön 4,42-44). Im Kontext antiker Gastmahlkultur fällt Jesu Mahlpraxis während seines Wirkens in Galiläa durch ihre Offenheit allen im Volk gegenüber auf. Sie durchbricht soziale und religiöse Grenzen und richtet keine rituellen Schranken auf. Sie orien- tiert sich nicht am Tempel als dem Ort der von Gott den Menschen gewährten Versöhnung, sondern feiert die Annahme der Sünder im Alltag der Welt. Bij de laatste maaltijd van Jezus komt hier nog de dimensie van het paschamaal bij dat betrokken wordt op Jezus’ eigen “pascha”, waarbij hijzelf het paaslam wordt (in de traditie van Johannes, par. 3.3). De zelfgave van Jezus, op welke Bijbelse achtergrond (offer, lij- dende knecht Gods) deze ook begrepen wordt, zoals die hierbij tot uitdrukking komt in de “instellingwoorden”, is in dit verband de basis van het nieuwe verbond in zijn bloed (3.4). De verbinding van dit maal met de anamnesis van Jezus bij Paulus en Lukas betekent ver- volgens dat deze maaltijd normatief wordt voor alle maaltijden van de gemeente: ‘Die Aufforderung zur Vergegenwärtigung des letzten Mahls Jesu mit seinen Jüngern dient der theologischen Normierung des rituellen Gemeindemahls. Das letzte Mahl Jesu wird damit zu seinem geschichtlichen Quellgrund und zum Maßstab des Gemeindelebens erklärt. ‘ (par. 3.5) De notie van anamnesis als present stellen wordt hierbij uitgewerkt (3.5.1); voor de Evangelies volgens Mattheüs en Markus wordt gesteld dat bij hen de normativiteit van het instellingsnarratief door de vroege lezers ervan wel herkend zal zijn (een bewijsvoering hiervoor ontbreekt; 3.5.2.) Historisch open is welke rol de woorden van Jezus over brood en wijn bij de maaltijden van de vroege gemeente speelden (3.5.3). In de Handelingen van de Apostelen , als het tweede deel van Lukas’ ‘ Doppelwerk’ , is vervolgens te zien hoe maal- tijden bij het ideaal van de kerk gaan horen (ook aangeduid met de term ‘brood breken’); de verbinding met de ‘eerste dag van de week’ wordt hier ook duidel ijk grijpbaar (3.6). In een aparte paragraaf over het Johannesevangelie wordt hier benadrukt dat in Johannes 6

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=