Perspectief 2019-46

36 Drs. Anne-Marie Visser Perspectief vormgeving leren generaties niet meer spelenderwijs. Voor doopsgezinden – al of niet met een “etnische ”achtergrond – wordt doorgeven van de geloofstraditie daarom lastig, of die nu van vrijzinnige of rechtzinnige signatuur is. En het is de vraag of tegenwoordig een virtuele vorm van geloofsoverdracht niet hetzelfde probleem heeft. Alles moet communi- cabel worden en iedere vorm van verborgenheid is verdacht geworden. Anders gezegd: we missen de oefening met de verschillende hermeneutische lagen in de omgang met tek- sten en elkaar en riskeren zo de overtuigingslaag niet meer te zekeren. Zekerheid is de maatstaf geworden en bevragen een zeldzaamheid en zo verspelen we de weerbaarheid tegen vormen van extremisme. Oecumene en interreligieuze ontmoeting is voor mij die riskante uitwisseling: een exposure-training die soms tot withdrawal-training wordt, naar- gelang de situatie. 4. Verborgenheid als voorwaarde voor openheid Tot slot: Tenach geeft “oefeningen in optrekken”. E é n van de motieven in die verhalen uit alle drie lagen van Tenach is verborgenheid met de prangende vraag: “ wie verbergt zich voor wie ?” Een motief dat afhankelijk van de gelaagdheid anders kan worden begrepen: volgens Thora, Profeten of Geschriften. Daarom deze fragmenten (in de vertaling van Pie- ter Oussoren): ‘te dien dage zal Mijn woede tegen hem oplaaien en zal ik hem verlaten; ik zal Mijn aanschijn voor hem verbergen en hij zal tot etenswaar worden en vele kwel- lingen en benauwingen zullen hem treffen; te dien dage zal hij zeggen: is het niet omdat mijn God mij niet nabij is dat mij deze kwalen hebben getroffen? Maar Ik, Ik zal te dien dage mijn aanschijn verbergen en verborgen houden 11 om al het kwaad dat hij heeft gedaan; omdat hij zich heeft gewend tot andere goden! ´ ( Deut. 31,17-18) = Godsspraak die de gemeente onder het oordeel en zo verant- woordelijk stelt .