Perspectief 2019-46

28 Berthilde van der Zwaag Perspectief Het tweede argument is dat na het afsluiten van het Nieuwe Testament ervaringen van verschijningen van Christus zijn doorgegaan. In de hele geloofstraditie komen ze voor. De doorlopende lijn vanuit het Nieuwe Testament door tweeduizend jaar geschiedenis naar de tijd van nu, leidt tot de conclusie dat het ervaren van een verschijning van Christus tot de menselijke mogelijkheden behoort. Uit de kerkgeschiedenis blijkt dat men er in het verleden als vanzelfsprekend mee omging; het behoorde bij het geloofsleven. Ook buiten de christelijke traditie wordt erkend dat het menselijk bewustzijn kan trans- cenderen naar een niet-zintuiglijk waarneembare werkelijkheid buiten onze dagelijkse leefwereld. Plato schrijft daar enkele eeuwen voor Christus over. Heidegger noemt voor- waarden onder welke die werkelijkheid zich kan openbaren. Volgens Otto Duintjer is die werkelijkheid altijd om ons heen en kan zich manifesteren als er ruimte voor is. Tijdens zo’n moment van transcendentie kan God of Christus zich openbaren. Dit is een derde argument voor de bewering van mensen dat Christus aan hen is verschenen. Een vierde argument is te vinden in de fenomenologie, die zich bezighoudt met de wijze waarop fenomenen aan ons verschijnen. Er zijn fenomenen die de menselijke intentie ver te boven gaan en oneindig meer geven dan we kunnen waarnemen. Voorbeelden zijn: kunst, muziek, natuur, liefde. De fenomenoloog Jean-Luc Marion noemt het ‘verzadigde fenomenen’, ze zijn van niets afhankelijk, geheel op zichzelf en zo overvloedig dat ze onze waarneming volkomen verzadigen. Het begrip ‘verzadigd fenomeen’ geeft in wetenschap- pelijke zin ruimte om een verschijning van Christus te erkennen. Het waarnemen van Christus is een genadegave die iedere menselijke intentie en elk menselijk verlangen over- stijgt. Het is dus niet alleen een transcendente ervaring, ook een trans-intentionele ervaring: het initiatief ligt bij de Ander. De fenomenologie van Marion laat zien hoe het mogelijk is dat mensen, gebonden aan de beperkingen van het menszijn, de schittering van de goddelijke werkelijkheid waarnemen. Deze vier argumenten laten zien dat verschijningen redelijkerwijs tot de mogelijkheden behoren.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=