Perspectief 2019-46

2019-46 De liefde van Christus is voor ieder mens 27 tweeërlei uitwerking. Enerzijds wordt men door verhalen en beelden ontvankelijk voor er- varingen, waarna de verschijning plaatsvindt in het in het geheugen opgeslagen beeld. Anderzijds leiden de kennis van de verhalen en de beelden in het geheugen bij de ver- schijning tot de interpretatie ‘Christus’. Hoe verschillend de beelden ook zijn, ze komen voort vanuit dezelfde mechaniek van het menselijk vermogen beelden op te slaan en te reproduceren. Dit vermogen tot verbeelding is de achtergrond van de verschijningserva- ring. Het relativeren van de waarheid van het eigen beeld, is het besef van de doorwerking van de in de traditie of cultuur ontvangen interpretaties van Christus op onze eigen inter- pretaties. Dit alles niet wil zeggen dat de ervaring op zich verbeelding was. 4. Mystieke ervaring In de voor het onderzoek ontvangen verschijningservaringen komen de kenmerken voor die William James, grondlegger van de godsdienstpsychologie, geeft van een mystieke ervaring. Ten eerste is het onvermogen om de ervaring aan anderen over te dragen een teken dat het om een mystieke ervaring gaat. De ervaring gaat elke uiting in woorden te boven. Een tweede kenmerk is het ontstane inzicht. De ervaring verschaft inzichten die anders zijn dan de kennis die men vanuit het denken ontwikkelt. Het derde kenmerk is de korte duur van de ervaring. Ten slotte, zegt James, is tijdens de ervaring het wilsvermogen opgeschort; men kan een dergelijke ervaring niet zelf oproepen en er geen invloed op uitoefenen. Deze duiding plaatst de verschijningservaring in een kader, maar beantwoordt niet de fundamentele vraag: is de gestalte die mensen waarnemen Christus of interpreteren zij het als Christus? 5. Argumenten Kan de bewering dat Christus aanwezig was in logische zin een redelijke bewering zijn? Hiervoor is een onderbouwing nodig met argumenten. Een eerste argument is het gegeven dat Bijbelauteurs in hun verhalen verwoorden dat er ontmoeting mogelijk is tussen de goddelijke en de aardse werkelijkheid. In het Oude Tes- tament spreekt God met mensen. In het Nieuwe Testament vertellen de evangelisten dat Jezus na zijn dood aan mensen is verschenen. Ook de apostel Paulus ontmoette Jezus.