Perspectief 2019-44

Perspectief 82 De Orthodoxe Kerk moet haar Byzantijnse erfenis herzien De kerk dreigt ten onder te gaan aan politieke intriges Drs. Paul Baars In 2016 was er een Panorthodox concilie gepland op Kreta. Het werd een Orthodox concilie, omdat van de 14 uitgenodigde zelf- standige Orthodoxe kerken er vier op het laatste moment afzegden, waaronder de grootste Orthodoxe kerk, de Russisch-or- thodoxe Kerk. Er is nu opnieuw een diep conflict tussen het patriarchaat van Constantinopel en dat van Moskou over Oekraïne. Het is een (geo/kerk)politiek conflict, dat mede een gevolg is van de Byzantijnse erfenis, waarop de Orthodoxe Kerk gebouwd is. Die brengt haar nu in grote problemen. 1. Kerk en staat In het jaar 313 kondigde de Byzantijnse keizer Constantijn een ‘edict’ af, dat in 2013 in zijn geboortestad Nisj (nu in Servië) is herdacht. In dat edict kondigde hij godsdienstvrijheid af, waardoor het christendom zich vrij kon ontplooien. Dat het om godsdienstvrijheid ging is snel vergeten. Kort daarna was het christendom staatskerk. De kerkvader Eusebius lan- ceerde het idee van de ‘symfonie’ tussen kerk en staat, een vaag begrip, dat duidt op samenwerking, harmonie tussen kerk en staat. De keizer kreeg een belangrijke rol in het kerkelijk leven. Het keizerschap werd als een goddelijke instelling gezien. Concilies werden door de keizer bijeengeroepen en konden alleen door zijn machtswoord een succes wor- den. Het Slavische christendom erfde deze traditie. De tsaar kreeg eretitels als de nieuwe koning David en plaatsvervanger van Christus op aarde. Het kwam zelden voor dat een patriarch of een bisschop de tsaar durfde tegen te spreken. Met degenen die dat wel durf- den liep het meestal niet goed af.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=