Perspectief 2019-44

2019-44 Thema - Oekraïne – katalysator van kerkelijke en politieke spanningen Prof. dr. Alfons Brüning 77 goed Grieks, wat hem geschikt maakt voor goede relaties met Constantinopel en een groot deel van de Orthodoxe wereld. Ondertussen werd de bijna negentigjarige Filaret met de titel van erepatriarch tevredengesteld en speelt hij in de nieuwe kerk een bijrol. 6. Nieuwe kerkorde Wat de hoofdlijnen vaak niet bevatten, is het feit dat een andere beslissing van de hereni- gingssynode misschien veel belangrijker was dan alleen de verkiezing van een hoofd. De synode heeft namelijk ook de kerkorde aangenomen die in de maanden daarvoor door een gezamenlijke commissie van de drie Orthodoxe kerken en onder leiding van de twee exarchen (gevolmachtigden) van Constantinopel werd uitgewerkt. De nieuwe kerkorde werd ook in de tomos van begin januari gedetailleerd omschreven, en het was van begin af aan duidelijk dat deze tomos niet zou worden verleend mocht iemand op eigen houtje wijzingen bij de kerkorde willen aanbrengen die niet de zegen van Constantinopel hebben. Een eerste en belangrijke punt is de naam: de nieuwe kerk heet niet “Oekraïense Ortho- doxe Kerk”, maar “Orthodoxe Kerk van Oekraïne”, waarmee duidelijk zou worden, dat het een kerk is die openstaat voor iedere burger van de Oekraïense staat, niet alleen voor etnische Oekraïners. (Epifanij heeft zich bijvoorbeeld inmiddels voor een apart exarchaat voor de Roemenen in de westelijke provincie van Boekovina uitgesproken.) Verder wordt de nieuwe kerk nu geleid door een metropoliet die gekozen wordt door de grote kerkelijke synode en zijn wijding achteraf in Constantinopel ontvangt. Hij zit een bisschoppensynode voor waar de beslissingen collectief worden genomen – hij is dus in zekere zin alleen een primus inter pares . De grote kerksynode komt elke vijf jaar bijeen, en hiertoe behoren dan ook priesters en leken. Een belangrijke rol als bemiddelaar tussen de twee instanties speelt de secretaris van de bisschoppensynode, die de agenda voor de grote synode samenstelt en de besluitvorming voorbereidt. Dit ambt werd kort na de verlening van de tomos aan bisschop Simeon (Sjostatskij, eerder bisschop van Vinnytsja van het patriarchaat Moskou) toegekend. Simeon was bij de herenigingssynode een van de concurrenten van Epifanij geweest. Dat hij nu ondanks zijn nederlaag en afkomst een belangrijk ambt mag bekleden kan gezien worden als een teken van de integratieve intenties van de nieuwe kerk. De nieuwe kerk is dus qua structuur en inbedding in de samenleving opener bedoeld dan dit bij de voorgangers (of tegenwoordige concurrenten) het geval was. Zowel de Russische

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=