Perspectief 2018-42

2018-42 Prof. Dominique Jacquemin 13 4.1 Een gewetensbeslissing Zoals we zagen zijn de criteria duidelijk. Maar is het ook evident welke beslissingen een gelovige in bepaalde complexe situaties moet nemen? Daarvoor moeten we bepaalde fundamentele ethische ontwikkelingen van naderbij bekijken. 4.1 Twee principes als leidraad voor een beslissing In de eerste plaats is het van belang te weten dat in de katholieke context twee onlosma- kelijk met elkaar verbonden en niet-concurrerende principes een leidraad kunnen zijn voor een ethische beslissing, in om het even welk domein. Het ene is van «innerlijke» aard, namelijk de Heilige Geest ontvangen bij het doopsel, het ander is van «uiterlijke» aard, maar vraagt wel een innerlijke instemming, namelijk het leergezag of het officiële kerke- lijke discours bij monde van het hoofd van haar verantwoordelijken. De cruciale kwestie ligt natuurlijk in het op elkaar afstemmen van deze twee dimensies, deze twee principes; het ene belangrijker voor de persoon die in een bepaalde situatie moet beslissen en het ander belangrijker voor het kerkelijk gezag dat principes moet voorstellen. Deze spanning nodigt ons uit tot een zeer korte verheldering van wat onder het leergezag en het per- soonlijk geweten verstaan wordt. Vele tijdgenoten, zelfs katholieken, zijn daar onvoldoende van op de hoogte. Het leergezag Wat betekent het leergezag? Het is het college van paus en bisschoppen dat samen borg staat voor wat men noemt de geloofsschat, met andere woorden de Schrift en de Traditie, twee plaatsen waar God, volgens de katholieken, het Woord aan de mensen van gisteren en vandaag openbaart. In een poging om deze twee pijlers van het christelijk geloof te actualiseren, spreekt het leergezag zich regelmatig uit over specifieke of algemene onder- werpen die betrekking hebben op heel uiteenlopende actuele kwesties, hier bijvoorbeeld de problematiek over het levenseinde. Dit gebeurt in de eerste plaats door encyclieken waarin de paus in verbondenheid met het college van bisschoppen, het kerkelijk denken verwoordt, of door teksten die geschreven zijn door de congregaties, nationale episcopa- ten, enz. Men moet deze teksten in een geest van geloof aanvaarden. De definitie van het leergezag die Xavier Thévenot geeft, komt goed overeen met de ervaring van de meeste christenen: «Een tekst van het leergezag is in zekere zin te vergelijken met het ontvangen

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=