Perspectief 2017-37

Perspectie 74 Geert van Dartel Midden- en Oost-Europa onder het communisme. Of als ik de christenen in het Midden- Oosten uit Syrië en Irak niet had leren kennen. De rechtstraditie in ons land en in Europa is een groot goed, maar niet vanzelfsprekend. Momenteel gaan er in Nederland stemmen op om onderscheid te maken tussen verschillende godsdienstige groepen. Alle mensen zijn gelijk, maar niet alle godsdiensten. Zo pleit het manifest van de SGP ‘Islam in Nederland’ voor een afgrenzing van de publieke ruimte voor islamitische cultuuruitingen. Het is een complexe tekst waarin grote thema’s (asielbeperking, radicale islam, terrorisme) in kort bestek aan de orde worden gesteld. Ernstig vind ik dat een christelijke politieke partij in de samenleving een scheidslijn trekt waardoor het angstbeeld voor de religieuze ander wordt gevoed. De interreligieuze dialoog heeft in Nederland niet diezelfde groei doorgemaakt als de oecumenische beweging. De uitdaging is des te groter. We hebben de keuze: kiezen we voor het bestaan in een niche van deze vrije, seculiere samenleving – in tijden van groeiende tegenstellingen is dat waarschijnlijk de meest veilige optie – of zoals de fraters van Tilburg de ontmoeting en de samenspraak blijven zoeken met andersdenkenden en andersgelovigen in het verlengde van alles wat de kerken in Europa in de afgelopen vijftig jaar daarover hebben uitgesproken ten behoeve van goede sociale verhoudingen en de vrede tussen volkeren en culturen? Dit is de tweede uitdaging. c. Geroepen tot vrijheid Vrijheid is in onze samenleving, na de euro, de meest besproken waarde. In het najaar hield minister Edith Schippers de veel besproken H.J. Schoo-lezing ‘De paradox van de vrijheid’. Zij combineert een opvatting over de individuele vrijheid die in ons land hoogontwikkeld is met een visie op de ongelijkwaardigheid van culturen. Onze samenleving is zoveel beter, zegt ze Frits Bolkestein instemmend na. In haar lezing zoekt ze een antwoord op de vraag of en hoe onze democratie en vrijheidsopvatting beschermd kunnen worden tegen ondermijning vanuit een andere cultuur of godsdienst. Ze kiest voor een offensieve strategie vanuit de overtuiging dat onze (lees-westerse) ideeën zoveel beter zijn dan die van de ander. In haar opvatting van vrijheid heeft ze afgerekend met de rol van religie, die ze als achterhaald beschouwt. De heropleving van religie wordt als bedreiging voor vrijheid gezien. In haar lezing gaat het verder over de fundamentalistische, intolerante en radicale islam die ontegenzeggelijk in oorlog is met het Westen. Door godsdienst in deze lezing alleen te thematiseren in zijn fundamentalistische, intolerante

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=