Perspectief 2017-37

Perspectie 62 Geert van Dartel voegde daar aan toe. ‘Ik stam uit de tijd van de Koude Oorlog. Dat was een tijd waarin alles onwrikbaar vast leek te liggen, tot er plots beweging kwam.’ Daar had ik aan toe moeten voegen dat naar die veranderingen lang was uitgezien en dat deze onderhuids ook waren voorbereid. In deze inleiding wil ik proberen een balans op te maken van het oecumenisch proces van de voorbije zeventig jaar in relatie tot de verhoudingen in Europa. Ik wil dat doen met het oog op de uitdagingen waar de Kerk vandaag voor gesteld wordt. De vraag daarbij is of de gevonden gemeenschappelijke grond en de gegroeide verbondenheid en gemeenschap tussen de grote christelijke tradities sterk genoeg zijn om samen de uitdagingen aan te gaan? Ook als er onweer op komst is. 1. Over de grenzen van de kerkscheidingen in Europa Opgekomen in de eerste helft van de 20 e eeuw dankzij het werk van pioniers uit orthodoxe, anglicaanse, protestantse en katholieke kring, kreeg de oecumenische beweging pas echt de wind mee toen zowel de Orthodoxe Kerk (aansluiting bij de Wereldraad in 1961) als de Katholieke Kerk er actief in betrokken raakten. Ik denk dat de betekenis van Vaticanum II en de impuls die de Pauselijke Raad voor de Eenheid vanaf 1960 aan de oecumenische contacten en dialogen gegeven heeft, nogal eens onderschat worden. Het is goed om voor ogen te houden dat de oecumenische beweging een wereldwijde beweging is en dat voor wat betreft Europa het perspectief altijd breder is geweest dan de Europese Unie. Als project van vrede en verzoening was de integratie van West-Europa ook een oecumenische aangelegenheid, maar de horizon van oecumene in Europa heeft zich altijd uitgestrekt tot Midden-Oost en Zuid-Oost Europa. Oecumenische processen zijn überhaupt weerbarstig en moeilijk te peilen wat betreft hun doorwerking. Dat geldt niet minder voor Nederland, waar de oecumenische samenwerking in vergelijking met veel andere landen in de jaren zestig en zeventig een hoge vlucht genomen heeft. Maar dat is lang geleden en in de breedte van onze kerken komen we geen groot enthousiasme voor oecumenische samenwerking meer tegen. Zelf ben ik mijn studie oecumenische theologie begonnen in Zagreb aan het einde van de jaren zeventig. Weerbarstiger en problematischer kan bijna niet. En toch herinner ik mij professoren en

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=