Perspectief 2017-37

Perspectief 6 Hubertus Blaumeiser In deze zin toont de eerste van de vijf oecumenische verplichtingen van Lund zijn diepe waarheid: uitgaan van het perspectief van de eenheid betekent: meer te kijken naar wat God doet en wat voor God al werkelijkheid is , meer dan naar de grenzen en scheidingen die wij mensen hebben gemaakt. 2. Ons geloof in de drie-ene God en in de gekruisigde Christus roept ons op tot een exodus/uittocht: wij zijn geroepen om in de ander te leven, vanuit de ander te denken en te leven! Aan het einde van het tractaat Over de vrijheid van een christen geeft Martin Luther een opmerkelijke definitie van het christelijk bestaan: „Een christen leeft niet in zichzelf, maar in Christus en in zijn naaste. In Christus leeft hij door het geloof, in de naaste door de liefde. “ 4 En hij legt dat nog verder uit: „Dus evenzeer zoals God ons door Christus om niet geholpen heeft, moeten wij door de werken van het lichaam niets anders doen dan de medemens helpen. De één moet voor de ander in zeker opzicht een Christus worden, zodat wij over en weer elkanders christussen zijn en Christus dezelfde in ons allen”. 5 Door het geloof leven in Christus en door de liefde leven in de anderen, voor hen een Christus worden ! In deze woorden steekt niets kerkverdelends. Ze zijn integendeel kerkverbindend. Ze roepen ons op tot een ommekeer. Want wie van ons kan als individu 4 Freiheitsschrift Nr. 30; WA 7, 38, 6-8 (deutsche Ausgabe). 5 Ebd. , Nr. 27; WA 7, 66, 25-28 (lateinische Ausgabe). Kurz darauf wird die Freiheitsschrift noch konkreter: „Aufgrund dieser Regel sollen die Güter, die wir von Gott empfangen, vom einen zum anderen kreisen und untereinander geteilt werden, so dass jeder seinen Nächsten bekleidet und sich ihm gegenüber so verhält, als wäre er an seiner Stelle“. Es ist bedeutsam, wie der Text fortfährt: „bis dahin, dass es gilt, meinen Glauben und meine Gerechtigkeit vor Gott beiseite zu legen, um die Sünden meines Nächsten zu decken und für sie um Vergebung zu bitten und sie auf mich zu nehmen, sie mir aufzuladen und mich ihrer ganz anzunehmen, als ob es meine Sünden wären, so wie Christus es uns gegenüber getan hat“ ( ebd. , Nr. 29; WA 7, 69, 1-3; 5-8).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=