Perspectief 2017-37

2017-37 Gaandeweg één - Impulsen op de weg van de oecumene 11 Reag eer Jezus, naar de heilige Geest. Ongetwijfeld nam mijn collega ook dezelfde houding aan, en zo kwamen we tamelijk vlug tot negen punten die we in een artikel verder wilden uitbouwen. Ook vandaag nog ben ik onder de indruk van wat we toen op papier hebben gezet, en ik zeg tegen mezelf: heb jij daaraan meegeschreven? Ter afsluiting We komen tot een afronding. Aansluitend op de gebeurtenissen van Lund hebben we met Chiara Lubich een weg afgelegd in drie etappen: eenheid in verscheidenheid als gave van de verrezen Heer - leven in de exodus/uittocht uit het eigene en wederzijds jezelf één maken als weg van navolging voetwassing en deelname aan de liefde van Jezus tot aan de Godverlatenheid als weg naar de eenheid ook in de waarheid. Toen deze perspectieven in mij reeds vorm hadden gekregen, kwam de wereldgebedsweek voor de eenheid van de christenen. Bij de afsluiting daarvan hield paus Franciscus op 25 januari tijdens de vesperviering in St.-Paulus buiten de Muren een belangrijke homilie, waarin deze perspectieven in zekere zin weer opduiken. „Zoals Jezus ons leerde – zei hij – redden wij ons leven pas dan echt wanneer wij het uit liefde voor Hem verliezen (vgl. Luc. 9, 24). Dat is de ommekeer die Paulus heeft beleefd, maar het is de christelijke ommekeer van alle tijden: niet meer voor onszelf te leven, voor onze eigen belangen en ons imago, maar naar het beeld van Christus, voor Hem en na Hem, met zijn liefde en in zijn liefde ”. „Voor de Kerk, voor iedere christelijke confessie – ging Franciscus verder – is het een uitnodiging om niet te steunen op programma’s, op berekeningen en voordelen, niet te vertrouwen op opportune gelegenheden en huidige modeverschijnselen, maar om met de blik vast gericht op het kruis van de Heer de weg te zoeken: daar ligt ons levensprogramma”. En verder: “Een echte verzoening tussen de christenen zal tot stand kunnen komen wanneer wij leren om wederzijds de gaven van de ander te erkennen en in staat zijn om nederig en oplettend van elkaar te leren – van elkaar te leren – zonder te verwachten dat de anderen eerst moeten leren van ons”.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=