Perspectief 2017-35

2017-35 Wij zelf: vreemdelingen 61 Reag eer universaliteit van Gods heilzame liefde zo een basis in de christelijke antropologie, in het christelijk mensbeeld dus, en zelfs in de Christologie, in het onderricht over de Christus. Het is in Christus dat God voor alle mensen de oorspronkelijke waardigheid van de mens heeft hersteld. Zo bezien bestaan er in Christus helemaal geen vreemdelingen. Actuele betekenis Paulus’ invalshoek Dit is voor het thema van vandaag, de vreemdeling, zeer belangrijk. Niet op de laatste plaats op praktisch vlak: de identiteit die mensen op grond van herkomst meebrengen, hun opleiding en werkervaring, hun verleden, is niet de grondslag voor onze eenheid met hen: die ligt dieper, namelijk in onze door Christus getransformeerde menselijke natuur. Of mensen Turk, Syriër, Chinees of Nederlands staatsburger zijn: wat ze verbindt is niet primair hun nationaliteit, of de kwaliteit van hun staatsburgerschap, maar hun schepsel- zijn, en zelfs het beeld-van God zijn, dus een gedeelde menselijke natuur met een daaraan inherente menselijke waardigheid; en zelfs daarbovenuit een gedeelde menselijke natuur die door Christus is verlost tot een universeel herstel van de menselijke waardigheid. Het gemeenschappelijke is dus, christelijk verstaan, niet een sociaal construct maar een voorgegeven ontologische realiteit die een normatieve horizon biedt, die potentieel cultuur scheppend is en zo kan bijdragen aan een samenleving die voor haar de totstandkoming van haar moraal niet op recht en politiek is aangewezen, maar recht en politiek kan verzachten door een cultuur van gerichtheid op goed samenleven. 2. Sociale Leer van de Kerk Fundering van de menselijke waardigheid door pausen In feite is zojuist in de christelijke traditie een dubbele fundering van de menselijke waardigheid gegeven: in het beeld Gods zijn van ieder mens, en daarbovenuit in de verlossing door Christus. In de twintigste eeuw is dit inzicht in de fundering van de menselijke waardigheid in de Sociale Leer van de Kerk vooral uitgewerkt door paus Johannes XXIII en paus Johannes Paulus II. Paus Johannes XXII heeft in zijn encycliek ‘ Pacem In Terris ’ van 11 april 1963 de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens erkend als gefundeerd in de waardigheid van elk mens als beeld van God. Paus Johannes Paulus II heeft dit verdiept. In zijn encycliek Redemptor Hominis van 4 maart 1979 stelt paus Johannes Paulus II in nr. 8 dat Christus in en door zijn menswording de waardigheid

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=