Perspectief 2017-35

2017-35 Oecumenische dialogen tussen katholieken, evangelischen en pentecostals: 47 Reag eer representatie en receptie. Wat konden deze gespreksgroepen betekenen voor hun bredere geloofsgemeenschappen, met name gezien de bisschoppen dit duidelijk primair charismatisch georiënteerde initiatief niet officieel droegen? En hoe konden ze hetgeen zij leerden en beleefden doorgeven aan andere mensen in hun geloofsgemeenschappen? Dat waren lastige uitdagingen. Vooral wat betreft receptie moet gezegd dat de website StuCom.nl een zeer belangrijke rol heeft gespeeld in het publiek maken van tientallen verslagen en publicaties die op deze dialoog betrekking hadden. Al wie wil, van welke traditie ook, kan op deze website impressies en inzichten van deze dialoog vinden en ervan leren. 2.2. De trialoog VPE, MN, RKK (2011-) Na een overgangsperiode van evaluatie en doordenking van toekomstige mogelijkheden heeft dit unieke gesprek de vorm van een trialoog aangenomen, met drie officiële gesprekspartners: de VPE, de RKK, en de toenmalige Evangelische Alliantie. De eerste ideeën voor structureel contact tussen de Evangelische Alliantie en de Rooms-katholieke Kerk dateren al van 1986, maar het is pas in 2011 tot concrete voorbereidingen van de huidige dialoog gekomen. Dat neemt echter niet weg dat er al geruime tijd op verschillende manieren praktische samenwerking van evangelischen en rooms- katholieken bestaat, bijvoorbeeld in de organisatie van de Alfacursus, het Flevofestival, en dergelijke. In deze dialoog komen de drie genoemde partners samen, en ook de Rooms-katholieke Kerk is hiermee voor het eerst officieel in gesprek met beide partners. Eén belangrijke ‘zwakheid’ van de voorafgaande dialoog, namelijk het gebrek aan officiële participatie van katholieke zijde, is daarmee overwonnen. Er werd voor de eerste gespreksronde gekozen voor het thema ‘gebed’ en voor een insteek die theorie en praxis samenbracht door een holistische focus op wat het gebed doet en hoe samen gebeden kan worden. De focus op de praktijk van het gebed was zeker een krachtig element van deze ronde, met name omdat de nadruk niet lag op gesprek over gebed, maar het feitelijk leren kennen van elkaars gebedstradities en het zoeken naar mogelijkheden van integratie. Ik denk dan met name aan het feit dat commissieleden binnenkeken in elkaars diensten en met elkaar gebedsstijlen vergeleken. Van daaruit konden ze van elkaar te leren en nadenken wat ze samen of apart theologisch over het gebed konden zeggen. In de eigen evaluatie kwam

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=