Perspectief 2017-35

Perspectie 44 Dr. Jelle Creemers Deze knelpunten zijn indirect het gevolg van de bekeringsnadruk en vooral de bijbehorende ecclesiologie die van onderaf wordt opgebouwd. Evangelische en pinksterkerken zien de kerk in de eerste plaats als een groep gelovigen, die samenkomt in Jezus’ naam. Zeker in congregationalistische kerken wordt zo’n gemeenschap als volwaardig en volledig kerk wordt beschouwd, ook al is zij op geen enkele manier structureel aan andere gemeenschappen verbonden. 15 De evangelische en pinksterkerken zijn onderdeel van zeer krachtige bewegingen, maar hebben over het algemeen zeer zwakke en diverse interne structuren, erkennen moeilijk bovenlokaal gezag, werken samen voor specifieke doelen maar hebben weinig gevoel voor het deel te zijn van een ‘wereldkerk’. Dat maakt hen bijzonder ongeschikt voor klassieke oecumenische dialogen. Immers, zulke dialogen vereisen dat kerken zich laten vertegenwoordigen in een dialooggesprek door mensen van een hoger niveau en vereisen sterke structuren om resultaten van de dialogen ook te implementeren in de kerken. In oecumenische taal noemen we dat de uitdagingen van representatie en van receptie. 16 Een eerste lastige vraag in elke dialoog – maar bijzonder zichtbaar in evangelische of pinksterparticipatie aan dialogen, is: “wie zit er aan tafel? En voor of namens wie kan/mag die persoon spreken?” In de praktijk is het erg, erg moeilijk om werkelijk over representatie of vertegenwoordiging te spreken in deze bewegingen. Als ik zelf aan oecumenische gesprekken deelneem, bijvoorbeeld op theologische conferenties, zal ik altijd zeggen dat ik spreek vanuit de evangelische beweging, niet voor de evangelische beweging. 17 Ik heb immers geen mandaat om voor anderen te spreken – iets wat in de Rooms-katholieke Kerk dankzij haar heldere structuur wel degelijk bestaat. Al blijven voor een deel dezelfde problemen natuurlijk bestaan. Ten tweede, receptie: hoe kan het resultaat van 15 Voor een uitgebreide, oecumenische bespreking van vrijkerkelijke ecclesiologie, zie Miroslav Volf, After Our Likeness: The Church as the Image of the Trinity , Sacra Doctrina (Grand Rapids, MI: William B. Eerdmans, 1998). Voor een samenvatting, zie Jelle Creemers, “Katholiek En Vrij: Katholiciteit in Vrijkerkelijk Perspectief,” in De K van Kerk: De Pluriformiteit van Katholiciteit , ed. P. De Mey and P. De Witte (Antwerpen: Halewijn, 2009). 16 Voor een uitgebreide bespreking van de uitdagingen van representatie en receptie bij vrijkerkelijke (Pinkster)gemeenten, zie Creemers, Theological Dialogue with Classical Pentecostals: Challenges and Opportunities , 37–96. 17 Zie bijvoorbeeld Jelle Creemers, “An Evangelical Response to ‘The Church: Towards a Common Vision,’” Ecclesiology 12, no. 3 (2016): 316–30.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=