Perspectief 2015-30

Perspectief 22 Toine van den Hoogen verschijnselen van uitputting, door te wijzen op bijvoorbeeld milieu - vervuiling of op een massale uitgroei van mega-steden, het verlies van bio-diversiteit. enzovoort. Hoofdstuk I is eraan gewijd. De encycliek signaleert dat er een grote kloof is tussen mensen die deze verschijnselen van uitputting middels interventies willen bestrijden, en hen die geen enkele interventie in het eco-systeem wenselijk achten. En wanneer het belang van privė bezit wordt vermeld als een blijvend aspect van het sociaal onderricht van de Kerk (nr.93), staat dat in het verband van een algemene toelichting op het ‘common good’ waarbij geen stelling wordt genomen in het debat inzake de wenselijkheid van interventies. Hier stuiten we om een gevoelige ‘zenuw’ van de encycliek. Er is een duidelijk pleidooi om op alle niveau’s (globaal, nationaal, lokaal) vormen van ‘government’ te versterken waardoor krachtiger kan worden gereageerd op de dreigende ontwikkelingen. ‘It is remarkable how weak international political responses have been. The failure of global summits on the environment make it plain that our politics are subject to technology and finance’ (nr. 54) En enkele regels verderop staat te lezen: ‘The alliance between the ecology and technology ends up sidelining anything unrelated to its immediate interests’ (nr.54). En tegelijkertijd worden vele passages in de encycliek gewijd aan een fundamentele kritiek op de verdere ontwikkeling van het ‘technocratic paradigm’ en de daarin aanwezige moderne vorm van antropocentrisme (Hoofdstuk III). Indien men echter stelt, zoals de encycliek doet, dat er een nieuwe economische en technologische ontwikkeling nodig is zoals ‘positive examples of environmental improvement’ (nr.58) illustreren om de tragedie af te wenden, dan lijkt het niet voldoende om – terechte – kritiek te formuleren op het aangeduide paradigma. Dan zou een krachtig pleidooi voor een technologie die ‘degrowth’ kan bewerkstelligen, erg wenselijk zijn. Dat zou het pleidooi voor versterking van structuren van ‘government’ ondersteunen. De ‘tragedy of the commons’ krijgt op deze manier – zelfs onderscheiden van de kwestie van de bevolkingsgroei – in de encycliek een nieuwe formulering. Daarop dienen we verder door te denken. Tenslotte wil ik wijzen op een ander aspect van de encycliek dat te maken heeft met de dreigende tragedie. De gerichtheid van onze rationaliteit dient ingrijpend te worden heroverwogen en van een nieuwe horizon voorzien. Dat vergt een geïntensiveerde en sterk gecoördineerde rationele inspanning . Maar de encycliek pleit ook voor hernieuwde aandacht voor een dynamiek die hieraan de ontspanning kan geven. Bekering en ascese

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=