Perspectief 2013-22

Perspectief 48 Ds. Siets Nieuwenhuizen heeft geopend, zichzelf en te wereld te ‘bezien’ door de ogen van het geloof, als het the- ater van Gods glorie. Je kunt zeker niet zeggen dat Calvijn elke esthetische gevoeligheid miste en de gedachte als zou hij de vader van de beeldenbrekers zijn mist elke grond. Dit jaar is het precies 450 jaar geleden dat in de stad Heidelberg in de Palts in opdracht van de vorst Frederik III een leerboek voor het Gereformeerd Protestantisme tot stand kwam, de zogenaamde Heidelbergse Catechismus. Samen met een kerkorde heeft dit kleine geloofsboekje een belangrijke bijdrage geleverd aan de opbouw van het Protestan- tisme in de Palts en ver daarbuiten, tot in de lage landen. In vraag- en antwoordvorm wordt het christelijk geloof uitgelegd, verdeeld over 52 zondagen. Die indeling was be- doeld om zondag aan zondag een gedeelte als preekstof te gebruiken. In zondag 35 wordt in aansluiting op het tweede gebod aandacht gegeven aan het gebruik van beelden. Klip en klaar wordt van het tweede gebod gezegd ‘dat we God op generlei wijze afbeelden en op geen andere wijze vereren dan Hij in zijn Woord heeft bevolen’. Zelfs afbeeldingen in de kerk ‘als boeken voor de leken’ vinden geen genade. Concentratie op het Woord is de heldere boodschap. Enige ruimte proef ik in antwoord 97: ‘Maar al mogen de schepselen worden uitgebeeld, God verbiedt toch hun beeltenis te maken en te bezitten tot verering of om Hem daardoor te dienen’. Misschien mag je hieruit verstaan dat de betekenis van afbeeldingen wordt beperkt tot een dienende: ze hebben een educatief-didactische funtie. Een eeuw later, in de Gouden Eeuw, neemt de schilderkunst in de Republiek een hoge vlucht. De natuur bleek een dankbaar thema: ‘aengename plaatsen rondom hun steden en dorpen’, nota bene in de eeuw waarin de beweging van de Nadere Reformatie in be- tekenis groeide, die sterk de nadruk legde op verinnerlijking van het geloof en uiterst negatief oordeelde over kunst en verbeelding. Alleen al in de periode tussen 1640 en 1659 werden ongeveer anderhalf miljoen schilderijen geproduceerd. Een belangrijke vertegen- woordiger van de Nadere Reformatie was de Middelburgse predikant Bernard Smytegeld. Hij behoorde niet tot de meest radicalen. Met educatieve afbeeldingen had hij geen moeite. Ook afbeeldingen op munten waren voor hem geen bezwaar. Sprak Jezus in het evangelie ook niet over de munt met de afbeelding van de keizer? De toenemende wel- vaart in de steden betekende voor veel gereformeerden dat zij ook hun huizen met tekeningen en etsen konden tooien. De mening dat het Gereformeerd Protestantisme al- leen maar negatief stond ten opzichte van de wereld van het visuele verdient zeker

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=