Perspectief 2013-22

Perspectief 4 Canon Mark P. C. Collinson Niet alleen het lidmaatschap en de kerkpraktijk zijn feitelijk teruggevallen, ook het deel van de bevolking dat zich met de Kerk van Engeland verbonden voelt, is gedaald. In vergelijking met 1930 is thans een vierde deel van de volwassen bevolking van Engeland kerkganger. De Kerk van Engeland heeft echter het lidmaatschap niet volgens meer pro- testantse criteria van lidmaatschap bekeken. Traditioneel nam de Kerk van Engeland het aantal doopsels als maatstaf voor het lidmaatschap en dit cijfer ligt veel hoger. 2 Het re- cente British Social Attitudes onderzoek bevestigt dit. Toen het onderzoek in 1983 begon, zei 40% van de respondenten dat ze anglicaan waren. In 2012 zei 20% dat ze zich verbon- den voelden met de Kerk van Engeland. 3 Niet alleen het aantal leden in de Kerk van Engeland neemt af, ze worden ook ouder. De gemiddelde leeftijd van de kerkgangers neemt toe. In een rapport voor de bijeenkomst van de Algemene Synode in juli van dit jaar is het volgende gesteld: ‘In 1981 was de gemiddelde leeftijd van de bevolking die naar de kerk ging (iets) jonger dan dit van de algemene bevolking (36 jaar tegen 36,6 jaar). De gemiddelde leeftijd van de bevolking is sindsdien gestegen tegelijk met de langere le- vensverwachting. Maar de gemiddelde leeftijd in de Kerk groeide veel sneller. De meest recente vergelijkbare gegevens (2005) tonen aan dat de gemiddelde leeftijd in de Kerk ongeveer 10,5 jaar hoger ligt dan die van de algemene bevolking (resp. 49 en 38,5 jaar)’. 4 2 De Raad van de Aartsbisschop publiceert wel de reële cijfers van de volwassen bevolking in Engeland, maar verwijst niet naar het percentage van de bevolking dat lid of actief lid van de Kerk van Engeland is. De pro- centen die we gebruiken zijn gewoon genomen uit demografische gegevens en uit cijfers van de kerkpraktijk gepubliceerd door de Raad voor Onderzoek en Statistiek van het Aartsbisdom. Ik stel vast dat mijn collega Canon prof. dr. Jack MacDonald denkt dat de verwarring rond de criteria voor kerkelijk lidmaatschap zijn oorsprong vindt in de 17 e eeuw, voor, tijdens en na de Engelse burgeroorlog. Hij beweert dat de Caroline Divines ervan uitgingen dat iedereen in Engeland anglicaan was, behalve wie zich hadden afgescheiden, en dat de puriteinen geloofden dat enkel de Uitverkorenen echte anglicanen waren. De zondagspraktijk – hoe zeer ze ook is afgenomen – is niet echt een uitgangspunt om vandaag over de omvang van de zending en de dienst van de Kerk van Engeland te spreken. 3 A. Park, C. Bryson, E. Clery, J. Curtice, M. Phillips (eds.), British Social Attitudes: the 30 th report . London, NatCen Social Research, 2013. Dit onderzoek steunt op een onderzoeksgroep van 3000 personen, De cijfers zijn geen reële weergave van de werkelijkheid. 4 A. Smith, P. Fletcher, M. Ireland, Making New Disciples: the growth of the Church of England . London, 2012, p. 3-4; cijfers van tellingen in de Engelse Kerk van 1979, 1989, 1998 en 2005 tegenover die van het Bureau van Nationale Statistieken voor de halfjaarlijkse schattingen van de algemene bevolking in dezelfde jaren. Het verslag Celebrating Diversity in the Church of England dat in 2007 de parochies bestudeerde, toonde aan dat de gemiddelde leeftijd van volwassenen in de Kerk van Engeland 61 jaar is (tegenover 48 jaar op nationaal niveau). We willen erop wijzen dat de cijfers in Celebrating Diversity alleen over volwassenen gaan, terwijl de statistieken van het onderzoek van de anglicaanse Kerk alle leeftijdscategorieën omvat. Vandaar het verschil

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=