Perspectief 2013-22

Perspectief 24 Canon Mark P. C. Collinson op zich bewust te zijn van de krachten en de zwaktes van het model waarin ze zich bevin- den. Hij stelt met Niebuhr vast dat Kerken door verschillende periodes kunnen gaan, waarbij er momenten zijn waarin een model meer aangewezen is om op de maatschappij betrokken te zijn, dan op andere momenten. Keller ontwikkelt een ‘ gospel ecosystem for a city (een ecosysteem van het evangelie voor een stad), waarin de kerken samen hun plaats bekijken vanuit een gecontextualiseerde theologische visie op het dienstambt dat ze die- nen te vervullen in de stad. Daarom dienen kerken oecumenische relaties te ontwikkelen - met een accent op netwerken, de relaties en hun kerkbeweging eerder dan op institu- tionele structuren - waarin het dienstambt van de eenheid zichtbaar wordt in een stad. Dit dienstambt omvat bijzondere bedieningen zoals een gebedsbeweging, evangelische be- dieningen, bedieningen van rechtvaardigheid en barmhartigheid onder de armen en initiatieven rond het geloof op de werkvloer, het ondersteunen van de geloofsopvoeding bij kinderen, van gezonde huwelijksbanden binnen families, theologische vorming voor leken en clerici en de samenwerking van christelijke leiders binnen een stad. In Amsterdam zie ik dat veel tekens wijzen op het ontstaan van specifieke bedieningen. Een gebedsbe- weging brengt predikanten samen uit ongeveer 80 verschillende kerken voor een gemeenschappelijke maaltijd en een gezamenlijk gebedsmoment; initiatieven met betrek- king tot geloof op de werkvloer ontstaan in de Zuidas, de zakenwijk van Amsterdam; de Vrije Universiteit biedt theologische vorming; er zijn cursussen rond evangelisatie en het huwelijk en over de bediening onder de armen in de stad. Binnen de traditionele oecume- nische structuren, zoals de Raad van Kerken in Amsterdam Zuid, is er een nieuwe openheid en bereidheid om alles met elkaar te delen. Zo leidt bijvoorbeeld een Rooms-katholiek priester een initiatief, op het ogenblik nog in embryonale fase, en brengt kleine groepen en catecheseklassen samen in kerken in het zuiden van de stad. Nu de Kerk kleiner en kleiner wordt, leeft er een groeiend gevoel in het werkveld dat er meer dingen zijn die ons verenigen dan die ons scheiden. Nochtans bestaat er geen netwerk of instelling die alle Kerken samenbrengt om samen na te denken over wat de eenheid en de zending voor de stad zou kunnen betekenen. Mijn vierde en laatste persoonlijke bedenking heeft te maken met een ander netwerk in een instelling die ik in de voorbije jaren heb meehelpen oprichten en die New Wine in