Perspectief 2013-20

41 relativisme. Hierbij valt misschien op te merken, dat de analyse van beide partijen betreffende processen van secularisering in Europa nauwelijks met alle deskundigen wordt gedeeld. Overeenkomstige processen worden in meerderheid omschreven als een teruggang van kerkelijke binding of kerkelijk toebehoren, maar niet noodzakelijk als een verlies van belangstelling in elke vorm van religiositeit of zelfs als agressief atheïsme. Hier ontstaat dus de vraag of de beweerde tegenstelling tussen een waar christendom en een vijandelijke secularisering niet een redelijk simpele voorstelling is, die in feite weinig kan bijdragen tot een echte bevordering van het christendom in Europa. Tevens blijven een aantal van de problemen op theologisch gebied nog steeds onopgelost. De weg naar hun oplossing is wel degelijk al gewezen door de bereikte overeenkomsten in een eerdere fase. Voorlopig vallen, wat de Russisch-orthodoxe Kerk betreft, het ‘getuigenis’ tegenover andere kerkelijke gemeenschappen en het ‘getuigenis’ tegenover de wereld nog steeds niet ineen. Dat deze twee aspecten dichter bij elkaar komen, lijkt echter helemaal te wensen voor een voortgang van een echte oecumene.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=