Perspectief 2013-20

37 Nikodim schreef onder meer zijn proefschrift over paus Johannes XXIII. 116 Men kan van deze tekst de indruk krijgen, dat het vooral een overeenstemming in pastorale doelstellingen en in een ideaal betreffende het omgaan met de buitenwereld was, waardoor Nikodim zich met deze charismatische paus verbonden voelde. Of met andere woorden: hier kwam een oecumene van voorbeelden aan de dag en een waardering voor het (veranderde) ‘getuigenis’ van de Roomse paus, terwijl Nikodims initiatieven ten bate van een grotere toenadering tot de Rooms-katholieke Kerk steeds omstreden zijn geweest, zowel binnen de Russisch-orthodoxe Kerk als bij andere Orthodoxe Kerken. In feite kwam pas na het overlijden van Nikodim en met het begin van de ambtsperiode van de Poolse paus Johannes Paul II een echte theologische dialoog met de Oosterse kerken, inclusief de Russisch- orthodoxe Kerk, op gang. Al sinds het Tweede Vaticaans Concilie was sprake van ‘zusterkerken’. Men ging – zoals destijds bijvoorbeeld in de bekende constitutie Unitatis Redintegratio (par. 15-16, 18) - er vanuit, dat de Rooms-katholieke Kerk duidelijk meer gemeen heeft met de Oosterse kerken dan met andere takken van het christendom, zoals de opvatting over het kerkelijk ambt en de apostolische successie, de sacramenten en in het bijzonder de eucharistie (werkelijke tegenwoordigheid), en de positie in een aantal morele kwesties. De basis voor vooruitgang in de oecumene leek dus op puur theologisch vlak al uitzonderlijk goed. Op deze basis is dan ook in 1979. op initiatief van paus Johannes Paulus II, een commissie met de enigszins omslachtige naam Gemengde Internationale Commissie voor de theologische dialoog tussen de Rooms-katholieke Kerk en de Orthodoxe Kerk haar beraad begonnen. ‘Het was inderdaad onze wens uit te gaan van wat we gezamenlijk hebben en dit dan zo verder te ontwikkelen, dat we van binnenuit en stap voor stap alle punten zouden aanraken, waarover we nog geen overeenkomst hebben’, is te lezen in de programmatische inleiding van het eerste document van deze commissie, over de eucharistie, dat in 1982 werd gepubliceerd. 117 In de jaren daarna werden een aantal documenten over precies die vraagstukken gepubliceerd, waarin kennelijk tussen de twee partijen het minste verschil bestond. Tijdens meerdere opeenvolgende bijeenkomsten – met name in München (1982), Bari (1987) en Valamo (Finland, 1988) - ging het om al genoemde thema’s, zoals eucharistie en sacramenten, triniteit en de wijding van priesters. 118 De onderhandelingen werden echter steeds met vertegenwoordigers van alle Oosterse kerken gevoerd, waarbij de Russische delegaties vaak een minder belangrijke rol hebben gespeeld. Veeleer is een zekere leidersfunctie van het oecumenisch Patriarchaat van Constantinopel te zien, terwijl inhoudelijk een groot deel van de documenten onder de invloed van Griekse theologische richtingen staat, zoals van de eucharistische ecclesiologie van Ioannis Zizoulas. Naast deze bijeenkomsten van de pauselijke Gemengde Commissie vonden eveneens regelmatig bilaterale consultaties met landelijke bisschoppenconferenties plaats, zoals bijvoorbeeld al sinds de jaren 1980 met de Duitse bisschoppenconferentie. Algemeen zijn, wat de theologische dialoog betreft, meerdere dingen vast te stellen. Ten eerste heeft in de fase na 1978, dus na het overlijden van metropoliet Nikodim van Leningrad en het begin van de ambtsperiode van paus Johannes Paulus II, de Russische Kerk kennelijk geen leidende functie meer bij de theologische gesprekken van orthodoxen met de Rooms-katholieke Kerk. In dit verband was ze ook genoodzaakt eerdere omstreden beslissingen gedeeltelijk terug te nemen en met de andere Orthodoxe Kerken af te stemmen. Dit werd vooral duidelijk naar aanleiding van eerdergenoemde beslissing om katholieken onder bepaalde voorwaarden tot de orthodoxe eucharistie toe te laten. In 1986 werd deze beslissing voor een mogelijke communicatio in sacris weliswaar in principe bevestigd, maar tegelijk werd daaraan de voorwaarde van een algemene toestemming van alle Orthodoxe 116 In het Westen was de tekst na korte tijd toegangelijk in een Duitse vertaling: Nikodim, Metropolit von Leningrad und Novgorod, Johannes XXIII, ein unbequemer Optimist, Zürich/Köln 1978. 117 Das Geheimnis der Kirche und der Eucharistie im Licht des Geheimnisses der Heiligen Dreifaltigkeit. Dokument der Gemischten Internationalen Kommission für den theologischen Dialog zwischen der Römisch- Katholischen Kirche und der Orthodoxen Kirche. München, 1982 Zie http://www.moehlerinstitut.de/sites/ger/12orthog/orthodkathdial.pdf 118 Ibidem

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=