Perspectief 2013-19

39 Denkend aan katholiciteit: enkele fundamentele aspecten die onderbelicht zijn door prof. dr. Rudolph Boon Katholiciteit in beeld en symbool Bij de woorden ‘katholiek’ en ‘katholiciteit’ denk ik onwillekeurig aan Vézelay, Autun, Chartres, Amiens, Reims. Het zijn monumenten van universaliteit, alomvattendheid, inclusiviteit. Wie zo’n kathe- draal betreedt of zich bevindt onder de hoog oprijzende gewelven, ontmoet een overweldigend iconografisch geheel op de muur- vlakken, zowel binnen als buiten. Een continuüm van gestalten en voorstellingen representeert het menselijk bestaan, het dagelijks bedrijf, wetenschap en techniek, de kunsten, deugd en ondeugd, de wereld der volken, fauna en flora, de hemelsferen, de machten der duisternis. Dit continuüm is opgenomen in de gang van de bijbelse heilsgeschiedenis en van het spoor dat de Evangelie- verkonding door de wereld trekt. Het perspectief waarin het continuüm is geplaatst, is de voleinding der tijden. Aan dit eschatologisch perspectief heeft het middeleeuwse Westen een treffende uitbeelding verleend. In menige kathedraal en abdijkerk hing een enorme kroonluchter, beeld van het Nieuwe Jeruzalem: een kring met twaalf torens, waarin de profeten zijn opgesteld, en twaalf poorten met de gestalten van de apostelen. Op de tinnen van de muur stond een menigte kaarsen. Op de nog bestaande luchter in de beroemde achthoek van de dom in Aken lezen we: Hier wordt gij, Jeruzalem, hemels Sion, tent van onze vrede en hoop van zalige rust, in beeld gebracht. Johannes, discipel van Christus’ liefde en heraut des heils, aanschouwde u, eeuwige stad, die de mond der vaderen, de profeten en de schare der apostelen in het geloof met woord en daad hebben verkondigd, fonkelend neerdalende uit de verten van lichtende sterren, glanzend van louter goud en schitterend van edelgesteente. Schijnbaar zwevend boven de altaarruimte symboliseerde de luchter met zijn kaarsengloed de ontmoeting van hemel en aarde in de viering van de heilsgeheimen, een voorsmaak van de renovatio mundi . Nu begrijpen we waarom in het iconografisch continuüm het universum, geheel de wereld van mens en medeschepsel, is vertegenwoordigd. Het is de verheerlijking van zijn schepping, die de Eeuwige op het oog heeft. Wat we buiten en binnen de middeleeuwse kathedraal bewonderen is een alomvattende, doelgerichte visie die schril contrasteert met het vertoon van chaotische versplintering, dat oprijst uit wat doorgaat voor de moderne westerse cultuur. Die majestueuze monumenten herinneren ons aan een ver verwijderd, ons vreemd geworden tijdperk uit ons cultureel verleden. Kunnen we nog iets van die wereld vol symboliek aanvoelen, begrip ervoor opbrengen, ons enigszins erin verplaatsen? We ervaren de grootste romaanse en gotische scheppingen zonder meer als imposant. Zouden we ons verdiepen in hun iconografische rijkdom, we zouden er zeker door worden gefascineerd. Wellicht zouden met die fascinatie ook gevoelens worden gewekt van nostalgie, zelfs van jaloezie. Schuilt soms in een gefragmentariseerde secularistische cultuur het scheppende vermogen tot een visionaire conceptie van een spirituele grootsheid, vergelijkbaar met die van een middeleeuwse kathedraal? Ter beantwoording van die vraag: vergelijk de skyline van onze steden met het silhouet van elke willekeurige stad in het Europa van ongeveer anderhalve eeuw geleden, en trek je conclusies! De wereld van de moderniteit moge ervan overtuigd zijn, dat die hooggestemde middel- eeuwse spiritualiteit, als reliek uit een ‘voorwetenschappelijke’ periode, allang is bijgezet in een cultuurhistorisch rariteitenkabinet. Toch zou het een kapitale vergissing zijn om te

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=