Perspectief 2013-19

30 Presentatie van het ‘Katholiek Appèl’ door mgr. Joris Vercammen Onder grote belangstelling werd op 3 november 2012 in de Lutherse kerk in Utrecht het Katholiek Appèl gepresenteerd. Aartsbisschop Joris Vercammen presenteerde namens de zeven initiatiefnemers de tekst van het appèl. Toen Hij met hen aan tafel was nam Hij brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. Nu werden hun de ogen geopend (Lucas 24, 30-31). 73 Aan deze ervaring van de leerlingen gaat eerst een andere vooraf: die van het gesprek met elkaar over ‘alles wat is voorgevallen’ en van het zoeken naar verbinding van de leegte die deze vragen achterliet met de traditie van de Schriften, van Mozes en de profeten. Die ervaring van verbinding – of liever: van verbonden worden – wordt beleefd als een genade, slechts te ontvangen en niet ‘te maken’. Die ervaring culmineert in de ervaring van de ontmoeting met de Verrezene: Hij is het die het brood voor hen breekt; en tegelijk ongrijpbaar als al het mooie wat mensen overkomt. Waar mensen verbondenheid zoeken, vooral in hun nood en met hun vragen, meldt de Verrezene zich als tochtgenoot en voorganger. Die verbondenheid blijft altijd open staan op meer: verbondenheid zoekt nog meer verbondenheid. De leerlingen gaan de weg terug om de anderen bij hun ervaring te betrekken en samen zullen ze getuigen, te beginnen in Jeruzalem, maar uiteindelijk overal, altijd en voor allen. De hele wereld en de ganse mensheid is het perspectief. Het ‘tafelgebeuren van Emmaüs’ dat zich spreidt over de hele wereld, dat is de katholiciteit van de kerk. Daarbij hoort wat er aan voorafgaat en wat erop volgt aan solidariteit en gesprek, roeping en commitment voor het heil van mens en wereld. Zoekend naar verbondenheid worden leerlingen tot handlangers van de Eeuwige ‘die afdaalt om het volk te bevrijden’ (Exodus 3, 8). Katholiciteit is de participatie aan de ‘missio Dei’. We delen met elkaar de zorg dat in onze kerken het besef van de verbondenheid met de kerk van alle tijden en alle plaatsen vervaagt. Christen-zijn is een zaak van het zoeken naar verbondenheid en dus geen individuele zaak. Die verbondenheid betreft de hele heilsgeschiedenis zoals die in de Schrift zijn neerslag vindt en waarvan de traditie van de vroege kerk tot in onze dagen getuigt. Want alleen ‘samen met alle heiligen, in verbondenheid met de kerk van alle tijden en alle plaatsen, kunnen we de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte van Gods liefde verstaan (Efese 3, 18 ). Die verbondenheid betreft daarom alle medegelovigen waarmee we in principe diezelfde ‘Emmaüs-tafelervaring’ delen, maar ook alle mensen die zich in principe allen uitgenodigd mogen weten aan die Tafel. Aan die Tafel worden we aan elkaar gesmeed als ‘Lichaam van Christus’. Dat is: de werkzame aanwezigheid van de Levende in deze wereld en in de mensengeschiedenis. Aan de ‘Tafel van verbondenheid’ ontvangen we wie we zijn: aan elkaar toevertrouwd en aan de wereld gegeven als een ‘goede genade’. De ‘liturgie van woord en sacrament, lofzang en gebed’ gaat als vloeiend over in de ‘liturgie van het leven’ met haar pastoraat, diaconaat en apostolaat. Gemeenschap met de Verrezene, met elkaar en met alle mensen: het zijn aspecten van een en dezelfde ‘heilige Verbondenheid’. ‘Heil is er niet buiten de kerk’ is een uitspraak van Cyprianus. Het is jammer dat deze uitdrukking nogal eens ideologisch werd misbruikt, want daarmee wordt volstrekt voorbij gegaan aan de intentie ervan. Je kunt de uitspraak immers ook omdraaien: daar waar aan mensen heil gebeurt, daar is ‘kerk’ te ervaren, want daar is sprake van liefde en vergeving, 73 De gecursiveerde tekstgedeeltes betreffen citaten uit het Katholiek Appèl.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=