Perspectief 2012-16

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 16, juni 2012 40 2. Het ongehuwd samenleven van koppels vόόr het huwelijk komt steeds meer voor en stelt de huwelijkspastoraal in alle Kerken voor een uitdaging. Traditioneel strookt deze levenswijze niet met de klassieke christelijke leer over het huwelijk. Toch lijken de meeste Kerken in hun pastorale praxis rekening te houden met deze nieuwe situatie, bijvoorbeeld in de huwelijksvoorbereiding. Er groeit een zekere eenheid in de praktijk! Mensen weigeren kerkelijk te huwen omdat ze vooraf ongehuwd samenleefden komt niet of nauwelijks voor. Vraag is hoe deze voorbereidende fase, althans in de ogen van de huwenden, wordt geduid en geïntegreerd in het moment van de huwelijksluiting zelf. 3. Interconfessionele huwelijken blijven een uitzonderlijke plaats en kans voor oecumenische ervaring en beleving. Vier punten zijn in dat verband genoemd. a) In welke mate ontvangen gemengde koppels eucharistische gastvrijheid in hun Kerk, tijdens de huwelijkssluiting en daarna? Is de gastvrijheid wederzijds, enz.? b) Hoe wordt omgegaan met de gelovige opvoeding van de kinderen? c) Zijn de bedienaars van beide confessies aanwezig tijdens de huwelijksluiting en welke rol spelen ze in de voorbereiding en de verdere opvolging? En d) hoe kunnen gemengde koppels de christelijke betekenis van de liefde aan jonge generaties doorgeven? Ook hier is verdere dialoog tussen de Kerken nodig. Bovendien worden Kerken steeds meer geconfronteerd met de realiteit van inter-religieuze huwelijken. Kunnen ze ook op dat terrein een gezamelijke pastoraal ontwikkelen? 4. Het aantal echtscheidingen en tweede huwelijken van echtgescheidenen, ook bij kerkelijk gehuwden, is in de voorbije decennia drastisch toegenomen. Dit is voor alle Kerken een enorme uitdaging, omdat deze evolutie duidelijk in strijd is met Jezus’ woord in de evangelie over de uniciteit en de onontbindbaarheid van het huwelijk (Matteus 5, 32 par. Lucas 16, 18; Marcus 10, 11-12 par. Matteus 19, 9; 1 Korinte 7, 10-11). Hoe gaan Kerken om met deze decalage tussen ideaal en praktijk, tussen het gebod van de Heer en het falen van de mens? De manier waarop Kerken hiermee omgaan verschilt aanzienlijk. De Rooms-katholieke Kerk weigert hertrouwde echtgescheidenen tot de tafel des Heren te naderen en kent geen inzegening van een tweede huwelijk, ofschoon individuele pastores zich soms in de praktijk niet houden aan de officiële regels. Protestanten aanvaarden, mits bepaalde voorwaarden zijn vervuld, een tweede huwelijk. Orthodoxen kennen de praktijk van de economia , waarbij om bepaalde redenen (vgl. de uitzonderingsclausule in Matteus 5, 32; 19, 9: echtscheiding toegestaan in geval van ontucht) en uit barmhartigheidsoverwegingen een tweede of zelfs een derde huwelijk wordt toegelaten door de bisschop zonder dat hierbij het principe van de onontbindbaarheid wordt opgegeven. De vraag is of de ‘receptieve oecumene’ hier geen weg tot toenadering kan bieden. ‘Receptieve oecumene’ roept Kerken op kritisch te durven kijken naar eigen ‘zwakke punten’ en open te staan voor waardevolle elementen in de andere Kerken. Zou de orthodoxe praktijk van de economia niet een mogelijkheid bieden aan de Rooms-katholieke Kerk om haar principiële houding te combineren met een pastoraal van de barmhartigheid? 5. Ten slotte is er de netelige kwestie van de kerkelijke inzegening van de ‘levensverbintenis’ van koppels van hetzelfde geslacht , en hiermee samenhangend de wijding van praktiserende homoseksuelen. Deze praktijk heeft onder meer ingang gevonden in bepaalde provincies van de anglicaanse gemeenschap (ECUSA) en heeft geleid tot een crisis binnen de anglicaanse gemeenschap en tot een crisis in de oecumenische relaties tussen deze kerkgemeenschap en andere Kerken (de Rooms-katholieke en de Orthodoxe Kerken). Deze recente evolutie houdt een wijziging in van de oecumenische problematiek. Terecht stelde Nicholas Sagovsky in een vorige bijeenkomst van onze Commissie dat de oecumene zich verplaatst van het doctrinaire naar het ethische domein. In de eerste decennia van de oecumenische beweging ging het om doctrinaire problemen: eucharistie, ambt,

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=