Perspectief 2012-16

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 16, juni 2012 4 1. De uitdaging van het aanbod van een sacramentele inzegening als antwoord op een vraag naar de viering van de liefde 1.1. Wat de Kerken aanbieden: een sacrament van Gods liefde Het voornaamste klassieke obstakel in de oecumenische dialoog over het huwelijk tussen de protestantse Kerken enerzijds en de katholieke of orthodoxe Kerken anderzijds is de protestantse beklemtoning dat de Kerk het huwelijk niet ‘maakt’ maar wel de gehuwden zegent. Het huwelijk is dus een sociale en juridische werkelijkheid waaraan de gehuwden een vraag naar inzegening van dit huwelijk koppelen. De protestantse liturgieën beschouwen het koppel immers reeds als gehuwd. Daarbij komt nog de protestantse nadruk op het feit dat het huwelijk geen sacrament is. Want het huwelijksleven geldt voor heel de mensheid en niet enkel binnen een gelovig perspectief. Meer nog, het sacrament vereist een expliciet gebod van Jezus Christus, een belofte van genade verbonden aan een zichtbaar teken en aanvaard in geloof. Dit gebod vindt men niet in de Bijbel voor het huwelijk. 4 Ook al zeggen de Kerken van de Hervorming dat het huwelijk geen sacrament is, toch maken ze er een viering van die sacramentele trekken vertoont. In een studie over deze liturgieën heb ik in 2005 aangetoond dat we liturgisch tot uitdrukking brengen dat het huwelijk een sacramentele kwaliteit heeft. 5 Zo beperken de lutherse en gereformeerde liturgieën voor de huwelijksviering zich niet tot een Bijbels oproepen van de Genesisteksten, maar voegen er een christologisch aspect aan toe: Jezus Christus geeft zijn leven voor de vergeving van allen. Als antwoord zijn de gehuwden geroepen tot wederzijdse gave en vergeving. 6 Daar ligt dan wel het protestants polemisch accent: het is geen heilsmiddel. De gehechtheid aan Christus biedt aan de christelijk gehuwden het vertrouwen en de kracht die ze nodig hebben. Ook al plaatst men het huwelijk niet op hetzelfde vlak als het doopsel en het avondmaal, de fundamentele sacramenten, toch is het benadrukken van de gehechtheid aan Christus typisch voor de impliciete bevestiging dat het huwelijk deelt in de gaven van Christus. Volgens Bürki: “We zouden dan ook dit sacramentele of voor het heil betekenisvolle karakter van het christelijk huwelijk willen erkennen. Dit is duidelijk voor wie zich openstelt voor een brede opvatting van het sacrament als plaats van bemiddeling van het heil of mededeling van genade – steeds vanuit het centrale mysterie van het Pasen van Christus dat wordt gevierd in het doopsel en de eucharistie”. 7 Bovendien gaat dit christologische karakter samen met de epiclese , de aanroeping van de Heilige Geest. Het invoeren van de epiclese in de westerse huwelijksliturgie gaat trouwens terug op Martin Bucer, de hervormer uit Straatsburg, en werd vervolgens door Calvijn opgenomen, en veel later ook in de Romeinse Ritus van 1991. 8 Deze beschouwingen tonen aan dat het een misverstand is te denken dat protestanten enkel een geseculariseerde en sociale opvatting over het huwelijk huldigen. 9 Ze willen integendeel nadenken over wat het ‘meer’ aanbiedt dan het huwelijk op het stadhuis: niet de gevoelens 4 Laurent Gagnebin, La bénédiction du mariage. Sens et enjeux de la célébration religieuse . Olivétan 2006, blz. 17; 39-41 5 Elisabeth Parmentier, La liturgie de bénédiction d’un couple à l’occasion de son mariage, spécificités des Eglises de la Réforme . INTAMS , 2/2005, vol.11, blz.185-196 6 Liturgie de l’ERF, 1997, nr. 6 7 Bürki, blz. 63: “Nous voudrions alors reconnaître au mariage chrétien ce caractère sacramentel ou signifiant pour le salut. Ceci devient évident pour celui qui s’ouvre à une conception large du sacrement en tant que lieu de médiation du salut ou de communication de la grâce – toujours à partir du mystère central de la Pâque du Christ célébrée dans le baptême et l’eucharistie de l’Eglise.” 8 Bürki, blz. 65 9 De kwestie of het protestants huwelijk enkel een juridische en sociale werkelijkheid is, werd besproken in Duitsland. Zie Frieder Schulz, Die Ehesegung in den europäischen Kirchen der Reformation. In: Klemens Richter (ed.), Eheschliessung – mehr als ein rechtlich Ding? Fribourg / Brisgau, 1989, blz. 152-163

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=