Perspectief 2012-15

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 15, april 2012 5 Nikodim – een gezamenlijk optreden tegen sociale benadeling en uitbuiting. 9 Tevens worden theorieën omtrent ‘eenheid in verscheidenheid’, volgens welke verschillende christelijke takken gelijkwaardig deel uitmaken van de grote boom van het christendom ( branch theory ), tot op heden beslist afgewezen. 10 Er bestaat naar orthodoxe opvatting, zelfs voor enigszins openhartige en ‘oecumenische’ kringen, in principe maar één rechtmatige en ware kerk, en d at is uiteraard de eigen kerk. Anderzijds laten d ergelijke principes wel degelijk verschillende, min of meer strikt theologische conclusies toe. De rol van de politiek Welke rol speelde de politiek? We zagen al dat de strijd tegen een gezamenlijke tegenstander, met name sociaal onrecht en uitbuiting, als element in de motivatie voor oecumenische activiteiten verscheen. Dat was ogenschijnlijk meer communisme dan christelijke leer. Tijdens de Koude Oorlog stonden Russisch-orthodoxe kerkleiders vanwege hun oecumenische activiteiten immers voortdurend onder verdenking van een al te nauwe samenwerking met het communistische regime. Dergelijke verdenkingen zijn inderdaad niet helemaal ongegrond geweest. Sinds de tijd van partijleider Nikita Chroesjtsjov bestond er een soort deal tussen de Sovjetregering en de kerk, volgens welke aan de kerk internationale contacten werden toegestaan , maar alleen onder voorwaarde dat de kerk de taak had om de Sovjet-Unie en haar vreedzame politieke doelstellingen daarbij te representeren. Reeds het als toehoorders bijwonen van het Tweede Vaticaans Concilie werd orthodoxe vertegenwoordigers alleen mogelijk gemaakt, nadat voorafgaand aan deze missie de Heilige Stoel een geloofwaardige garantie uitsprak dat het concilie niet als forum voor een zo genoemde ‘anti-sovjet propaganda’ zou worden gebruikt. 11 In later jaren hebben Russisch-orthodoxe kerkleiders bij hun optreden bijna voortdurend de buitenlandse politiek van de Sovjet-Unie verdedigd, zelfs als bepaalde acties, zoals het gewelddadige einde van de Praagse Lente in 1968 of de invasie van Afghanistan in 1980, alleen met enige moeite in overeenstemming waren te brengen met christelijke principes. 12 Dit heeft vaak kritiek in het westen opgeroepen. De hevigste kritiek kwam hierbij echter van de ‘Russisch-orthodoxe Kerk in het buitenland’, een tak van de Russische orthodoxie die door emigranten naar het westen in de jaren na de Oktoberrevolutie werd opgericht. Hier was men zonder meer van mening, dat het Moskouse Patriarchaat zich aan het communisme had verkocht en dat diens oecumenische activiteiten dus niets anders voorstelden dan een hulpdienst van het Sovjetregime. Het een en het ander, het communisme en het ‘oecumenisme’ moesten gewoonweg worden bestreden. In reactie daarop heeft de ‘buitenlandse Russisch-orthodoxe Kerk’ al in de jaren zestig en zeventig steeds opnieuw laten weten, dat ze elk oecumenisch initiatief voor ongeloofwaardig en gevaarlijk beschouwde. Het Russische woord ‘ekumenism’ was in deze kringen gewoon een scheldwoord, en dat is het in parochies van de ‘buitenlandse kerk in het westen’ (ook in West-Europa) nog altijd, net als in brede kringen met een beslist anti-oecumenische houding in Rusland. 13 9 Dit is al duidelijk te zien aan metropoliet Nikodims inaugurele rede bij gelegenheid van de Oecumenische Conferentie in New-Delhi in 1963, toen de Russisch-orthodoxe Kerk lid werd van de Wereldraad van Kerken. Cf. Constantin G. Patelos (red.), The Orthodox Churches in the ecumenical movement: documents and statements 1902-1975. Geneva, 1978, blz. 266-279. Een verduidelijking over de kerkrechtelijke en ecclesiologische betekenis van de WRK was al bereikt met het ‘Toronto document’ uit 1950, waarop Nikodim onder meer beroep doet. Cf. Oeldemann, Komplementarität , blz. 46, 50 10 Het document ‘Hoofdlijnen van de Russisch-orthodoxe Kerk en haar verhouding tegenover andersgelovigen’, gepubliceerd op de actuele webpagina van de afdeling voor externe relaties van het Moskouse Patriarchaat, is nog steeds gebaseerd op genoemde principes. Cf . http://www.mospat.ru/en/documents/attitude-to-the-non-orthodox/ 11 Cf. A. Roccucci, Russian Observers at Vatican II. The “Council for Russian Orthodox Church Foreign Affairs” and the Moscow Patriarchate between anti-religious policy and international strategies’. In: A. Melloni (red.), Vatican II in Moscow. Acts of the Colloquium on the History of Vatican II, Moscow, March 30 – April 2, 1995 . Leuven, 1997, blz. 45-69 12 Cf. William C. Fletcher, Religion and Soviet Foreign Policy . Oxford, 1973 13 Zie de webpagina van de Russisch-orthodoxe Kerk in het buitenland http://www.russianorthodoxchurch.ws/synod/indexeng.htm .

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=