Perspectief 2011-14

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 14, december 2011 30 Geloofsbelijdenis en meer in het algemeen in de vroege kerk heeft. Hoe doet hij bijvoorbeeld met zijn klemtoon op de lokale oriëntatie van de katholieke kerk recht aan de notie van uitgebreidheid die zo duidelijk aanwezig is in de term ‘katholiek’? En in het verlengde daarvan zou ik graag de vraag aan de orde willen stellen hoe Vercammen dit begrip vervolgens operationaliseerbaar zou willen maken, zodat men – als in de vroege kerk – onderscheid kan maken tussen kerken die wel en kerken die niet katholiek zijn. Conclusie Drie vragen zijn in het bovenstaande aan de orde gekomen. (1) Hanteert mgr. Vercammen niet impliciet een vervangingstheologie? (2) Richt zijn missionaire strategie zich niet primair op de gelovigen uit andere kerken in plaats van op ongelovigen? Is dat niet in strijd met wat missie of zending eigenlijk zou moeten zijn? Is mgr. Vercammen in dit verband niet te onkritisch over onze eigen cultuur? (3) Maakt de herinterpretatie van het begrip katholiciteit die mgr. Vercammen geeft het niet buitengewoon lastig om aan te sluiten bij de oorspronkelijke betekenis van deze term? En wordt het begrip niet te ambivalent, zodat het in de praktijk eigenlijk niet langer valt te operationaliseren? Kan mgr. Vercammen op basis van de analyse die hij geeft van het begrip katholiciteit nog wel onderscheiden tussen kerken die katholiek zijn en kerken die dat niet zijn? Het is de grote verdienste van het boek van mgr. Vercammen dat het deze en andere vragen oproept en de ruimte schept om ze in gezamenlijk gesprek verder te verhelderen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=