Perspectief 2011-11

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 11, maart 2011 8 Christen worden Band tussen geloof en sacrament in de christelijke initiatie Dr. Antoine Arjakovsky Inleiding Het is voor mij een grote eer te zijn uitgenodigd op de 44 ste Algemene Vergadering van de Katholieke Nationale Commissie voor Oecumene in België. Ik dank in het bijzonder E.H. E. Quintiens en prof. P. De Mey voor hun vertrouwen. Vooraleer mijn beschouwingen over het voorgestelde thema, ‘Christen worden: de band tussen geloof en sacrament in de christelijke initiatie’, op te nemen, wil ik graag in enkele woorden mijn persoonlijke levensloop schetsen, want ik begrijp dat ik ben uitgenodigd om te spreken als orthodox christen. Sommigen onder u, zoals mgr. Athenagoras de Sinope of pater Thaddée Barnas van de abdij van Chevetogne, kennen me reeds. Voor de anderen zou ik het volgende willen zeggen. Ik ben een Frans, orthodox christen, gedoopt op jonge leeftijd in Parijs in het aartsbisdom van de Russisch-orthodoxe Kerk van West-Europa onder de jurisdictie van het oecumenisch patriarchaat. Mijn echtgenote is Française en Rooms-katholiek en ik ben vader van twee kinderen en peter van zes petekinderen. Zelf van Slavische oorsprong leef ik sinds 1994 in Oost-Europa. In 2004 heb ik met een Griekse katholieke priester, Iwan Daco, in Lviv een instituut voor oecumenisch studies opgericht, waarvan ik directeur ben. Historicus van vorming ben ik thans gedurende enkele maanden onderzoeker aan de Theologische Faculteit van de KU Leuven. Daarom ben ik vereerd om hier vandaag te zijn. 1 Toch voel ik dit als een verantwoordelijkheid. Jullie weten beter hoe christenen in België een belangrijke rol vervullen in de oecumenische beweging: het pionierswerk van de abdij van Chevetogne, het model van verzoening door het tot stand komen van vriendschap door de Mechelse gesprekken, na de gruwelen van de 1 ste Wereldoorlog, of nog, na de 2 de Wereldoorlog, de belangrijke bijdrage van Belgische theologen, zoals G. Thils 2 of mgr. G. Philips, tijdens het 2 de Vaticaans Concilie in de redactie van Lumen Gentium en van Unitatis Redintegratio . 3 Het was ook in Leuven - in 1971 tijdens de vergadering van Geloof en Kerkorde - dat katholieke theologen voor het eerst deelnamen aan de multilaterale gesprekken van de internationale oecumenische dialoog. 4 Is het omdat België een land is waar twee tradities, met name de Franstalige en Nederlandstalige, elkaar ontmoeten? Ik weet het niet, maar ik - die uit Oekraïne kom waar sinds eeuwen ernstige spanningen zijn, maar waar ook een vruchtbare samenwerking tussen Russisch sprekende en Oekraïens sprekende orthodoxen, protestanten en katholieken heeft plaatsgevonden - geloof sterk in de bemiddeling die christenen bewerken vanuit hun overtuiging dat in de Geest alles mogelijk, transparant en vreugdevol wordt. Mijn uiteenzetting kan jullie verbazen. Maar door het vertrouwen dat jullie mij hebben gegeven, wil ik dit risico lopen. Mijn uitdaging is de volgende: er bestaat een gigantische bibliografie over de christelijke initiatie. Men kan niet nalaten vragen te stellen bij de wanverhouding tussen de indrukkwekkende omvang van de bibliografie en de geringe 1 Ik draag deze interventie op aan hen, en samen met hen alle anderen, die mij op een bijzondere wijze hebben laten groeien in mijn geloof: Cyrille Eltshaninoff en Natascha Fried, mijn peter en mijn meter, twee buitengewone getuigen van de kracht van de Verrijzenis. 2 Cf. de thesis van F. Purwanto, L’ecclesiolgie dans l’oeuvre de G. Thils . Doctoraatsthesis KU Leuven 2006, http://dial.academylouvain.be :8080/vital/access/manager/Repository/borial:5406 3 www.oecumene.radiovaticana.org/FR1/Articolo.asp?c=325200 4 www.ts.mu.edu/content/33/33.1/33.2.pdf

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=