Perspectief 2011-11

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 11, maart 2011 30 volgt, is: de ervaring eerst, de reflectie erover daarna. Ik wil natuurlijk niet zeggen dat we de fundamentele theologische reflectie moeten verlaten, ik pleit enkel voor een beter evenwicht, en om het integreren van de dimensie van een levende en authentieke ervaring in de parameters die door de theologie worden gebruikt. Ik geloof dat, wanneer we dat doen, we zullen merken dat we beter zijn toegerust om Christus te situeren als middelaar in de ons omringende wereld met een grote geestelijke honger, en om over iets meer te kunnen spreken dan over een ‘gewone God’. 8. Besluit Mijn besluit zal oecumenisch en praktisch zijn. Vanuit oecumenische hoek stel ik gewoon vast dat, ook als onze doctrines ons scheiden, we zijn verenigd in onze gemeenschappelijke ervaring van de verrezen Christus. Zeker, we kunnen deze ervaring verschillend verklaren, maar de ervaring van een liefde die vanuit de hoge in het menselijke hart wordt uitgestort, is en kan gemeenschappelijk zijn aan ons allen. Ik stel voor dat, wanneer we werk maken van onze oecumenische theologie, we meer aandacht zouden moeten besteden aan de ervaring van de God, waarover we spreken. Het delen van deze ervaring - misschien zelfs het delen van hoe deze ervaring waarnaar we verlangen ons ontbreekt - kan ons helpen tegelijk de verschillen in onze interpretatie van deze ervaring te overstijgen en, nog belangrijker, ons helpen om een boodschap van liefde aan de wereld te brengen. Vanuit praktisch oogpunt kom ik terug bij de sociologie en tot wat John Drane schrijft: “De hedendaagse ontluikende cultuur heeft een heel verschillende manier om de wereld te verstaan”. In geestelijke begrippen: ze heeft een nieuw model ontwikkeld van zintuiglijk religieuze verbeelding waarin “de manieren om religieus te zijn zich verplaatsen van de beschermde sfeer van de religieuze instelling en traditie naar het open veld van een symbolische markt”. 85 Of ons dat bevalt of niet, zegt Drane, de volkscultuur is “de basistaal om zin te geven aan de wereld vandaag”. Hoe kan de Kerk een antwoord zijn op deze uitdaging en hoe kunnen haar sacramenten aansluiting vinden met deze nieuwe wereld? Misschien moeten we eerst opnieuw ontdekken welke middelen God gebruikt om zijn leven en zijn aanwezigheid in de wereld vandaag mee te delen. Misschien manifesteert zich de werkelijkheid en de aanwezigheid van de Verrezene, die ons omvormt, langs wegen en ‘sacramentele’ middelen die niet overeenkomen met onze opvattingen over hoe God zich zou kunnen bemiddelen aan zijn wereld. Misschien zijn er vandaag mensen waarvan de ‘primaire taal voor zingeving zodanig is geconditioneerd door de volkscultuur, dat ons routinematig gebruik van de oude vormen niet meer in staat is om de ervaring van het leven in Christus op te wekken. Ze zal enkel religieuze gewoonten en mentale instemming voortbrengen. Ik wil niet zeggen dat de sacramenten ‘hun houdbaarheidsdatum’ hebben overschreden en ik heb ook geen enkel ander alternatief ritueel voor ogen. Maar ik denk dat het antwoord op de vraag naar het samenbrengen van hart en geest met het sacrament en een christelijke initiatie, een doorgedreven reflectie behoeft over de veranderingen in onze visie op de wereld en op de cultuur van de wereld waarin we leven. Deze bezinning zou er goed aan doen rekening te houden met die moderne vormen van christendom, waarvan de explosieve groei alles heeft overtroffen wat ons in de laatste drie eeuwen van de Kerk is overkomen, en die in staat zijn gebleken te spreken met de mensen van de cultuur van de 21 ste eeuw over heel de planeet. Deze nieuwe vormen hebben ons opengesteld voor een geloof dat het geloof in Jezus Christus als Heer verbindt met een geloof in een God die niet ‘juist een gewone God’ is, maar een God die werkzaam is in de wereld. De pentecostalisten zeggen graag: “God heeft geen kleinkinderen”. Ze hebben gelijk. Misschien is de boodschap die we moeten overbrengen aan al wie naar ons komen om een sacramentele genade te ontvangen, deze: “Deze boodschap is voor u bestemd”. En dat ze, terwijl ze het sacrament ontvangen, worden aangezet om te geloven, niet in de ‘gewone’ 85 Rowell & Hall, blz. 41

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=