Perspectief 2010-8

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 8, juni 2010 15 kloostergemeenschappen en kringen van pastores om bij belangrijke plaatselijke of landelijke herdenkingsbijeenkomsten of jubilea gezamenlijke liturgische vieringen te organiseren, her en der ook op interreligieuze leest geschoeid, naar het woord van Jesaja en Jezus: “Mijn huis zal een huis van gebed zijn voor alle volkeren”. (Jes. 56, 7; vgl. Mc. 11, 15- 18) In vele landen hebben de kerken ook toegewerkt naar nieuwe dienstboeken, waarin men bij elkaars liturgische tradities te rade is gegaan. Er is, zoals ook in Nederland, toegewerkt naar een gezamenlijk liturgisch lezingenrooster. Er heeft een ware osmose plaatsgevonden in het gebruik van elkaars kerkliederen, lied- en kerkmuziekcultuur en in de vormgeving van de feesten van het kerkelijk jaar. Van plaats tot plaats zal dat verschillen. Veel hangt af van de dienstdoende pastor of de kerkenraad, maar zeker is dat we in veel opzichten bij elkaar leentjebuur hebben gespeeld. Stola’s en gewaden in de liturgische kleuren hebben in veel protestantse kerken (opnieuw) hun intrede gedaan, oude en nieuwe rituelen rondom de sacramenten worden intensief beproefd en van elkaar overgenomen: van Paaskaars tot dodengedachtenis, van wierookoffers tot kindernevendiensten, van Paastriduümvieringen tot Pinksternovenen, van de kerkinrichting tot gedachteniskalenders van oude en moderne heiligen. Via de Wereldraad van Kerken is er een speciale Voorbedenkalender voor de noden van christenen en hun landgenoten in alle landen ter wereld breed in gebruik gekomen. De liturgische experimenten en contextuele vormen van liturgie bij gelegenheid van de Assemblees van de Wereldraad hebben brede navolging gevonden, zoals zeker ook de Liturgie van Taizé, waaraan heel veel jongeren nieuw christelijk élan hebben ontleend. Ook de theologische visies op kerk en sacramenten, liturgie en spiritualiteit, op het belang van levende rituelen en op de plaats van de kerk in de samenleving zijn sterk naar elkaar toegegroeid, of liever; accentverschillen zijn veel minder confessioneel bepaald dan, laten we zeggen, een halve eeuw geleden. In tal van bilaterale dialogen tussen de grote kerktradities en in de multilaterale dialoog van de Commissie voor Geloof en Kerkorde van de Wereldraad van Kerken is veel van deze groeiende convergentie gedocumenteerd. De bekende Lima-tekst van Faith and Order uit 1982 over Doop, Eucharistie en Kerkelijk Ambt vormt van deze convergentie tot dusver het meest welsprekende getuigenis. Tot slot: Waar twee of drie in Zijn Naam samenkomen…… Wat ons in geloof en sacramentele tekens, in gebed en liturgische vieringen bindt en verbindt is dan ook niet onze familieverwantschap of onze vertrouwde nestgeur, onze eigen cultuur of nationale geschiedenis, nog minder ons lidmaatschap van eenzelfde confessionele organisatie of het feit dat we ons voegen naar dezelfde kerkorde of eenzelfde leergezag aanvaarden, hoe waardevol al die dingen ook mogen zijn. Wat ons bindt is het ons gratuit geschonken leven, dat we aanvaarden als de gunst en de opdracht van God, de Genadige en Barmhartige. Wat ons bindt is de gerichtheid op en de gezindheid van God, zoals ons die zijn geopenbaard in het zoekende Godsgeloof van Israël en in de boodschap, het optreden en het lot van Israëls Zoon, Jezus, beleden als het ware evenbeeld, de trouwe gezant en dienaar van God, God-met-ons, Immanuel. Wat ons bindt is het leven in het spoor van Jezus, de Christus, en in de kracht van Gods heilige Adem, die ons overschaduwt en ons voortstuwt naar het goede. Ooit moet toch het Pinkstervisioen van Joël, aangehaald door Petrus volgens Handelingen 2, in vervulling gaan: “Aan het einde der tijden, zegt God, zal ik over alle mensen mijn geest uitgieten. Dan zullen jullie zonen en dochters profeteren, jongeren zullen visioenen zien en oude mensen droomgezichten. Ja, over al mijn dienaren en dienaressen zal ik in die tijd mijn geest uitgieten zodat ze zullen profeteren… Dan zal ieder die de naam van de Heer aanroept worden gered.” (Hand. 2, 17-19.21). Of moeten er toch eerst bloed en vuur en rook en de verduistering van zon en maan aan te pas komen? Dit artikel is eerder verschenen in ‘Vieren. Tijdschrift voor liturgie en spiritualiteit’ (04/2009), een uitgave van de Werkgroep Liturgie Heeswijk in samenwerking met Uitgeverij Abdij van Berne. Meer informatie: www.wlh.nl .

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=