Perspectief 2010-7

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 7, maart 2010 14 Onder de openstaande vragen wordt in een andere paragraaf de vraag van de wijding van vrouwen tot de priesterlijke dienst behandeld. De beide bekende standpunten worden in onze tekst ongewijzigd naar voren gebracht. Alleen nr. 72 doet je voorzichtig de oren spitsen: “Aan de Oud-katholieke zijde rijst de vraag of het verschil in praxis en de bijbehorende theologische motivering een aspect van het christelijke geloof betreffen, dat de kerkelijke gemeenschap als zodanig onmogelijk maakt dan wel toelaat”. 26 Er volgt hier een verwijzing naar nr. 81 waarin in verband met de wijding van vrouwen wordt vastgesteld: “Op overtredingen door Rooms-katholieken begaan staan sancties 27 ook al zijn dat niet dezelfde als voor ketters”. 28 In de hierbij behorende voetnoot wordt erop gewezen, dat ketterij in de zin van canon 750 paragraaf 1 alleen het primaire openbaringsgoed betreft. “De leer dat alleen mannen tot priester mogen worden gewijd, maakt als onderdeel van het depositum fidei deel uit van het secundaire openbaringsgoed.” Deze stelling wordt met officiële leerteksten goed onderbouwd, zodat bovengenoemde vraag in nr. 72 niet onterecht lijkt te zijn. Daarmee bevinden we ons echter al middenin de kerkrechtelijke vragen, die ook in een ander onderdeel van de paragraaf over openstaande vragen worden behandeld. Ze betreffen de volgende onderwerpen: gehuwde bisschoppen en priesters; voormalige Rooms- katholieke geestelijken; voormalige Rooms-katholieke gelovigen; priesterwijding van vrouwen. Onze tekst geeft hier kort en bondig de geldende kerkrechtelijke Rooms-katholieke standpunten weer. Mogelijke oplossingen komen nog niet aan bod. Ik wil echter niet verzwijgen, dat ook ik bij het behandelen van deze vragen zeer veel nieuws van onze uitstekende kerkjuristen heb geleerd. Op meer dan één plaats heb ik mij zelfs verwonderd over de vele mogelijkheden, die onze kerkjuristen uit het zo stugge en stijve CIC weten te halen. Daarmee wil ik besluiten en verdere perspectieven aan prof. von Arx overlaten. 26 blz. 46 SRKK 27 Canon 750, paragraaf 2 CIC 1983 in combinatie met canon 1371 paragraaf 1 28 blz. 48 SRKK

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=