Perspectief 2009-4

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, Jrg. 2, nr.4, juni 2009 9 van wederzijdse kennismaking. 11 Met name thema’s die eigen zijn aan de pinksterbeweging werden aangeraakt, zonder hierover echter in de diepte uit te weiden. In fase twee (1977- 1982) werden door middel van een eerlijk wederzijds bevragen verschillende theologische knelpunten aan de oppervlakte gebracht, die in latere dialoogronden konden worden opgenomen. 12 In de derde fase, 1985-1989, werden de relaties verdiept in een zoektocht naar een gedeelde identiteit. Hiervoor werd het koinonia -begrip als een werkbaar leidmotief gebruikt. 13 In de vierde fase (1990-1997) achtte men de tijd rijp voor een prangend en gevoelig onderwerp dat de twee gemeenschappen voornamelijk in Zuid-Amerika zwaar parten speelde: ‘evangelisatie, proselitisme en gezamenlijk getuigenis’ werd de titel van het eindverslag. 14 De gesprekken uit de tot nu toe laatste fase (1998-2006) over ‘christen worden’ hebben een goedgedocumenteerd en boeiend rapport opgeleverd, dat aan beide achterbannen ter evaluatie is voorgelegd. 15 Vanaf het begin van deze internationale dialoog was afgesproken dat de dialoog de beide kerkgemeenschappen tot niets verbindt, maar dat de rapporten aan de kerken worden voorgelegd voor mogelijk gebruik en een gepaste reactie. 16 De reden voor deze zeer bescheiden opzet is eenvoudig. De pinksterbeweging is een diverse en gefragmenteerde cluster van organisaties en kerken, die vaak congregationalistisch van aard zijn. Van een gezaghebbend hoger kerkelijk orgaan is eenvoudigweg geen sprake, en de vertegen- woordigers kunnen niet voor de hele pinksterbeweging spreken. Het beste waarop de dialoogpartners aan pinksterzijde kunnen hopen, is dat hun dialoog opgemerkt, gelezen, gewaardeerd en lokaal geïmplementeerd wordt. Van rooms-katholieke zijde is dit begrepen en aanvaard, ook al werkt de kerk van Rome bij voorkeur middels dialoog op besluitnemend niveau naar officiële gedeelde standpunten toe. Om de kansen op positieve receptie en lokale implementatie te vergroten, heeft men getracht doorheen de jaren zo veel mogelijk pinksterleiders van allerlei achtergronden als deelnemers of toehoorders aan de dialoog te laten deelnemen, opdat zij, elk in hun eigen context, hier verder mee aan de slag zouden gaan. 17 En hier en daar zijn er ook daadwerkelijk lokale initiatieven ontstaan, zoals in Nederland, waar sinds 1999 pinksterchristenen en charismatische katholieken elkaar op regelmatige basis ontmoeten. 11 De aanloop naar deze eerste fase en de eerste fase zelf zijn in detail geanalyseerd: Arnold Bittlinger, Papst und Pfingstler: der Römisch Katholisch-Pfingstliche Dialog und seine Ökumenische Relevanz. Studien zur interkulturellen Geschichte des Christums, Bd. 16. peter Lang, Frankfurt am Main/Bern/ Las Vegas, 1978. Paul Lee heeft deze fase als de fase van wederzijdse kennismaking gekarakteriseerd. Paul Lee, Pneumatological Ecclesiology in the Roman Catholic-Pentecostal Dialogue: A Catholic Reading of the Third Quinquennium (1982- 1989) . Pontifical University of St. Thomas, Rome, 1994. 12 Zie voor een gedetailleerde studie van deze tweede fase: Jerry L. Sandidge, Roman Catholic/Pentecostal dialogue (1977-1982): A Study in Developing Ecumenism. Peter Lang, Frankfurt am Main/New York, 1987, 2 volumes. 13 Ook aan fase drie is een dissertatie gewijd: zie Lee. De eerste drie fasen zijn vanuit pneumatologisch perspectief in hun totaliteit besproken in: Veli-Matti Kärkkäinen, Spiritus Vult Spirat: Pneumatology in Roman Catholic-Pentacostal Dialogue (1972-1989). Luther Agricola Society, Helsinki, 1998. 14 Deze vierde fase is eveneens door Veli-Matti Kärkkäinen in detail bestudeerd in zijn Habilitationsschrift Ad Ultimum Terrae: Evangelization, Proselytism and Common Witmess in the Roman Catholic-Pentecostal Dialogue (1990-1997) . Peter Lang, Frankfurt am Main/New York, 1999. 15 Dit rapport (StuCom0203) heeft, ondanks de hoge kwaliteit en gewaagde benadering, tot nu toe nog geen nauwgezette evaluatie gekregen. Wel is hieraan op 30 november 2007 een studiedag gewijd aan de VU te Amsterdam, waarop in een aantal lezingen door katholieken, pinkstergelovigen én derden waarderingen voor en kritische kanttekeningen bij een presentatie van het rapport zijn uitgesproken. Die lezingen zijn integraal beschikbaar op www.stucom.nl/algemeen/grpdocnl.htm#030 (StuCom0205 t/m 0209). 16 Final Report I , §46 17 Een eenvoudige optelsom laat zien dat meer dan dubbel zoveel pinkstergelovigen als katholieken aan de dialoog hebben deelgenomen: 94 vs. 46. De namen van de deelnemers van de eerste fase zijn te vinden in de monografie van Bittlinger. Deelnemers uit de tweede fase zijn te vinden in het werk van Sandidge. Vanaf de derde fase is een lijst van deelnemers en toehoorders opgenomen in een appendix van het Final Report .

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=