Perspectief 2009-4

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, Jrg. 2, nr.4, juni 2009 8 erg moeilijk geweest, zowel internationaal als in Nederland. 4 De spanning was op haar hoogtepunt in de jaren ’70, toen het vraagstuk van de charismatici – gelovigen met een pinksterervaring die binnen de traditionele kerken bleven – de pinkstergemeenten danig parten speelde. Vooral het feit dat charismatische rooms-katholieken zich niet minder maar veeleer meer aan de ‘dwaalleringen van de kerk’ bonden vervulde een aantal vooraanstaande pinksterleiders met afschuw. 5 Aan het einde van de jaren ’80 stelde Paul van der Laan in zijn dissertatie over de Nederlandse pentecostalen in oecumenisch perspectief vast dat de Nederlandse pentecostalen en de katholieke charismatici nauwelijks contact hadden en dat hun tijdschriften elkaar maar zelden vermeldden. Hij daagde zijn pinksterbroeders uit om hier werk van te maken en stelde dat de uitdaging wijd open ligt, aangezien er in het verleden geen confrontatie is geweest en beiden overwegend door leken worden geleid, wat zou helpen om de taalbarrière te overbruggen. 6 In 1999 leek de tijd rijp voor een toenadering tussen charismatische rooms-katholieken en pinksterchristenen. Op aanraden van de Britse katholieke theoloog Peter Hocken nodigde de Katholieke Charismatische Vernieuwing de Broederschap van Pinkstergemeenten uit voor een nadere kennismaking, omdat ze contact wilde leggen “met andere christenen die net als wij ervaren dat ze gedoopt zijn in de Geest.” 7 Inmiddels zijn we tien jaar en veertien ontmoetingen verder, en is een evaluatieve terugblik op zijn plaats. Het voornaamste doel van dit artikel is de ontwikkeling en het belang van deze dialoog te duiden. Hierbij is het niet onbelangrijk op te merken dat de schrijver van dit artikel noch pinksterchristen noch katholiek is. Als vrijkerkelijke evangelische theoloog is mijn interesse in deze dialoog ontstaan vanuit een zoektocht naar de mogelijkheid en methodiek van interkerkelijk dialogiseren tussen zogenaamde ‘vrije kerken’ en traditionele kerken. 8 De ‘Internationale dialoog tussen de Rooms-katholieke Kerk en enkele Klassieke Pinksterleiders’ en haar Nederlandse spin-off zijn hiervoor een gedroomde gevalstudie. De afstand die ik als buitenstaander tot de dialoog heb, kan vanzelfsprekend zowel positief als negatief worden gewaardeerd. 1. Voorgeschiedenis: de internationale dialoog 9 De Nederlandse dialoog, die in dit artikel wordt besproken, probeert bewust aan te sluiten bij de genoemde internationale dialoog. 10 Deze dialoog heeft haar oorsprong in een warme vriendschap tussen een oecumenische rooms-katholiek, Kilian McDonnell, en de pinksterpionier in oecumene, David du Plessis, in de nasleep van Vaticanum II. In 1972 zijn officiële gesprekken gestart en de dialoog heeft tot nu toe vijf fasen doorlopen. De ontwikkeling doorheen de fasen is zeer duidelijk. De eerste fase (1972-1976) was een tijd 4 Zie over de ontwikkeling in de relaties tussen pinksterkerken en traditionele kerken doorheen de 20 e eeuw voor de internationale situatie: Cecil M. Robeck, ‘Pentecostals and Christian Unity: Facing the Challenge”’ in Pneuma 26 , no. 2 (2004); Geoffrey Wainwright, ‘The One Hope of Our Calling? The Ecumenical and Pentecostal Movements after a Century’ in Pneuma 25 , no. 1 (2003). Voor een uitgebreid overzicht van de Nederlandse situatie: Paul van der Laan, Eén van Geest. De Nederlandse Pinksterbeweging in oecumenisch perspectief (dissertatie University of Birmingham, 1988). Voor een beknopt overzicht: Huib Zegwaart, ‘Visie op de Gemeente – Pinksteren en de leer aangaande de Kerk’ (lezing tijdens de 6 e dialoogontmoeting op 29 november 2001; StuCom0080) en Paul van der Laan, ‘Guidelines’. 5 Zie voor een uitgebreide beschrijving van de groeiende controverse en verwijdering de dissertatie van Paul van der Laan, Eén van Geest, hoofdstuk V: ‘Het vraagstuk van de charismatici’. 6 Paul van der Laan, Eén van Geest , hoofdstuk V.D.: ‘Rooms-katholieke betrokkenheid’. 7 Uit de uitnodigingsbrief van de KCV Nederland aan de BPG van 10 juli 1998. 8 Zie voor een bondige inleiding in vrijkerkelijke ecclesiologie en haar oecumenisch potentieel: Jelle Creemers, ‘Katholiek en Vrij: Katholiciteit in Vrijkerkelijk Perspectief’ in: Peter de Mey en Pieter de Witte (ed.), De K van Kerk: De Pluriformiteit van Katholiciteit . Halewijn, Antwerpen 2009. 9 Zie voor een uitgebreid overzicht van de ontwikkelingen in deze internationale dialoog: Jelle Creemers, ‘Time will teach us… Reflections on thirty-five years of Pentecostal-Roman Catholic Dialogue’ in Ecclesiology 5 no. 3 (2009). 10 Kees Slijkerman verwijst specifiek naar de internationale dialoog als één van de aanleidingen voor de dialoog in Nederland (Stucom0093). Het is eveneens mogelijk deze dialoog in de context van de Nederlandse oecumenische scène te plaatsen, hetgeen door Paul van der Laan is beschreven. Zie Paul van der Laan, ‘Guidelines.’

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=