Perspectief 2009-3

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 3, maart 2009 2 Controverse Vaak wordt de vraag gesteld: is de Christus van Paulus dezelfde Jezus die zijn leerlingen gekend hebben en wiens apostelen zij geworden zijn of heeft er een verwisseling plaatsgevonden van de persoon en de boodschap van Jezus Christus door Paulus? Deze vraag wordt niet altijd met de beste bedoelingen gesteld. Is het evangelie van Paulus hetzelfde evangelie dat Christus heeft verkondigd? Het is deze kwestie en deze vraag die tot een malaise leidt en die aan de oorsprong van de controverse ligt. Deze controverse over de prediking van Paulus is niet beperkt tot de betrekkingen tussen christenen en tegenstanders van het christendom maar wint ook veld bij de christenen zelf. Aanvankelijk was er de netelige kwestie van de judaïserende christenen en veel later die van de interpretatie van de plaats die Paulus aan geloof en genade toekent. Vanuit dit oogpunt kan men zeggen dat de apostel Paulus op zijn beurt - na Jezus Christus - een ‘teken van tegenspraak‘ 2 is geworden. Reeds vanaf de eerste eeuw, toen Paulus nog leefde, maar nog meer na zijn marteldood, zijn er pogingen geweest om de accenten in de radicale prediking van Paulus af te zwakken en om de twee stromingen binnen het christendom met elkaar te verzoenen. We hebben niet de bedoeling om een uiteenzetting te geven over de manier waarop de Kerk in de eerste eeuwen geprobeerd heeft de uiteenlopende opvattingen bij elkaar te brengen. We kunnen wel onderstrepen dat in de eredienst en in de praktijk van de Kerk de onderlinge verbondenheid van Paulus en Petrus, geslaagd is. De icoon die de twee apostelen, verbonden in het geloof en in de vriendschap, voorstelt en hun gezamenlijke jaarlijkse gedachtenis op 29 juni, getuigen hiervan. Authenticiteit Wat zijn brieven betreft blijkt het moeilijk om te bepalen welke brieven authentiek zijn en welke niet echt het werk van Paulus zijn. Met alle respect voor de tekstkritiek kan men toch niet nalaten te denken dat het confessionele toebehoren van de exegeten onbewust een rol gespeeld heeft in het bepalen of een brief al of niet authentiek is. Iedereen is het erover eens dat de brief aan de Hebreeën, die traditioneel aan Paulus wordt toegeschreven, niet het werk is van de apostel van de volkeren. Maar algemeen gezien moet een oecumenische dialoog over de paulinische brieven om de opwerpingen aangaande de authenticiteit te vermijden, steunen op de brieven die ontegenzeglijk tot vandaag toe als paulinisch beschouwd worden en niet als pseudepigraaf gekwalificeerd worden. Het gaat om de brief aan de Romeinen, de eerste brief aan de Korintiërs, de tweede brief aan de Korintiërs, de brief aan de Galaten, aan de Filippenzen, de eerste brief aan de Tessalonicenzen en de korte brief aan Filemon. Over de brief aan de Kolossenzen en de tweede brief aan de Tessalonicenzen zijn de meningen verdeeld. De zogenaamde pastorale brieven, de eerste en de tweede aan Timoteüs en deze gericht aan Titus alsook de brief aan de Hebreeën worden niet als werken van Paulus beschouwd. 3 Paulinische geest Ongetwijfeld heeft de historische kritiek – hoezeer ze ook gevorderd is – nog heel wat te doen. Alle christelijke confessies hebben een grote waardering voor haar werk en ze nemen haar resultaten heel ernstig. Dit gezegd zijnde, moet ik onderlijnen dat voor de christenen, en vooral voor de orthodoxe mentaliteit, het essentiële niet ligt in de historische kritiek van een literaire vorm van een paulinische tekst of een bijbeltekst in het algemeen, maar wel in het waarnemen van de paulinische geest in de letter van de tekst in verbinding met de plaats die Paulus in het geestelijk leven van de Kerk gekregen heeft. Met andere woorden, we moeten 2 Lc 2,34 3 Jürgen Becker, Paul « L’Apôtre des nations » , traduit de l’allemand par Joseph Hoffmann, Ed. Du CERF, Paris 1995, p. 19

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=