Perspectief 2009-3

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 3, maart 2009 12 Vertalingen Tekstinterpretatie is alomvattend, en kan ook niet vermeden worden. Zelfs wie nog maar meewerkt aan een bijbelvertaling weet het: vertaling is zelf al in hoge mate de vrucht van interpretatie. Ik heb vaak mensen ontmoet die daar ongelukkig over zijn en die onder dat probleem vandaan zouden willen komen. Ze zouden wensen dat er één universele, onwankelbare, objectieve en nooit meer veranderende betekenis van de teksten kan vastgelegd worden. Eigenlijk een betekenis die op bovennatuurlijke wijze onttrokken is aan de wisselingen van geschiedenis en cultuur. Maar dit is nu juist een van de meest naïeve illusies die men zichzelf kan wijsmaken. Precies het met geweld willen vastschroeven van teksten op één betonnen betekenis heeft oneindig veel onheil gesticht. Zoiets kan per definitie niet, omdat teksten gesteld zijn in taal en taal een levende werkelijkheid is die door de evoluerende geschiedenis niet onberoerd gelaten wordt. Het beroep op de Heilige Geest doet aan dit probleem niets af, want alle mensen die omwille van uiteenlopende interpretaties ooit tegen elkaar streden, hebben de Heilige Geest als garant voor hun interpretatie ingeroepen. De Heilige Geest is God, en als het waar is dat God, om met Bonhoeffer's woorden te spreken, geen 'Lückenbüsser' is voor menselijke onwetendheid of onmacht, dan geldt dat evenzeer voor de Heilige Geest. Sommigen hoopten (en hopen) ook de waarheid te kunnen fixeren door beslissingen over formuleringen, waarbij de formulering als het ware geïdentificeerd wordt met de waarheid zelf die zij uitdrukt. Denken we aan de term 'persoon' voor de Triniteitstheologie, of 'transsubstantiatie' voor de eucharistie. Maar het bepalen van waarheid behoort ten langen laatste niet tot het domein van de beslissing. Een gezagsinstantie - weze zij een hiërarchie of een traditie - kan wel bepalen wat voorgehouden wordt om de cohesie binnen een gemeenschap te bewaren, maar niet wat waar of onwaar is. Iets is niet waar of onwaar omdat een gezagsinstantie zegt dat het zo is. Dit zou enkel zo zijn indien die gezagsinstantie, wie zij ook weze, zich met God zelf identificeert en er bovendien een interpretatieloze betekenis van taal mogelijk ware. Daarmee wordt meteen een van de allermoeilijkste vragen van alle oecumene gesteld: wie of wat bepaalt het waarheidsgehalte van een tekst? Groepsidentiteit en waarheid vallen immers niet noodzakelijk samen. Ook dat heeft de geschiedenis ten overvloede aangetoond. Paulus retoriek Ik wil vandaag, veel bescheidener, spreken over interpretatie en doe het vanuit het gebied van mijn competentie, namelijk dat van de wetenschappelijke bijbelexegese. Exegese mondt hoe dan ook altijd uit bij interpretatie. Zij is er de ancilla van. Ik beperk me tot één aspect ervan, dat tot grote ontwikkeling gekomen is in de tweede helft van de 20e eeuw, namelijk dat van de literaire technieken die auteurs van Oud en Nieuw Testament aanwenden om hun lezers of toehoorders te bereiken. Concreet wil ik spreken over aspecten van retoriek bij Paulus, namelijk de techniek die hij gebruikt om zijn lezers te overtuigen. Zoals reeds gezegd, dit aspect van de schriftinterpretatie heeft geen rechtstreekse betrekking op de oecumenische verhouding tussen de verschillende christelijke kerk-gemeenschappen. Toch ben ik ervan overtuigd dat het onrechtstreeks een erg belangrijke rol kan spelen, omdat ook in de toekomst het probleem van legitieme en niet-legitieme interpretatie van Paulusteksten alle gesprekken zal blijven vergezellen. Kennis van Paulus' retorische methode betekent een belangrijke verrijking voor de tekstinterpretatie van de toekomst. Ik gaf aan deze lezing een wat ludieke titel mee, ontleend aan een cultfiguur uit de Nederlandse stripwereld. De beroemde creatie van Marten Toonder, Heer Bommel, herhaalt te pas en te onpas de woorden: "Als U begrijpt wat ik bedoel." Toonder tekende zijn creatie hiermee als een erg onzekere figuur, maar legde daarmee tezelfdertijd op zijn manier getuigenis af van een nooit afwezige moeilijkheid in de communicatie, de moeilijkheid namelijk dat uitspraken en teksten nooit per se gevrijwaard zijn van misverstand, en dat geen enkele uitspraak alle aspecten van waarheid ineens uitdrukt. Eigenlijk kan de zin perfect op

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=