HOOFDSTUK III 65 ROL VAN DE SPECIALE OECUMENISCHE INSTELLINGEN 90. Om haar oecumenische taak te vervullen heeft de kerk een groot aantal mensen nodig, clerici, mannelijke en vrouwelijke religieuzen en leken, die op het gebied van de oecumenische beweging deskundig zijn. Zelfs in streken met een overwegend katholieke bevolking zijn ze nodig. a) Dit vereist speciale instituten die: - zijn voorzien van de nodige documentatie over de oecumenische beweging, met name over de dialogen die aan de gang zijn en de plannen voor de toekomst; - beschikken over een bekwaam lerarencorps dat goed in de katholieke leer en tegelijk in de oecumenische beweging is opgeleid. b) De instellingen zouden zich vooral moeten bezighouden met oecumenisch onderzoek, zoveel mogelijk in samenwerking met de deskundigen uit andere theologische tradities en met hun gelovigen; ze zouden oecumenische bijeenkomsten moeten organiseren, zoals conferenties en congressen; ze zouden ook contacten moeten onderhouden met de nationale oecumenische commissies en met de Pauselijke Raad voor de Bevordering van de Eenheid der Christenen, om steeds op de hoogte te blijven van de stand van zaken betreffende de interkerkelijke dialoog en de gemaakte vorderingen. c) De aldus gevormde deskundigen zullen kunnen zorgen voor mensen die de oecumenische beweging in de r.-k. kerk gaan dienen, als lid of leider van de verantwoordelijke diocesane, nationale en internationale organen, als docent van cursussen over de oecumenische beweging in kerkelijke instituten of centra, of als inspirator van een waarachtige oecumenische gezindheid en activiteit in hun eigen omgeving.
RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=