Oecumenisch Directorium

OECUMENISCH DIRECTORIUM 66 D. PERMANENTE VORMING 91. De leerstellige en praktische vorming blijft niet beperkt tot de tijd van de opleiding, maar vraagt van de gewijde ambtsdragers en van hen die in de pastorale bediening werkzaam zijn een voortdurende bijscholing, omdat in de oecumenische beweging een ontwikkeling gaande is. Bij het uitvoeren van het programma voor de pastorale bijscholing van de geestelijken - door middel van congressen en bijeenkomsten, retraites, recollectiedagen, studiedagen die gewijd zijn aan pastorale vraagstukken - zouden de bisschoppen en de hogere oversten van de religieuzen bijzondere aandacht moeten besteden aan de oecumenische beweging, met de volgende aanwijzingen als leidraad: a) Systematisch de priesters, diakens, religieuzen en leken op de hoogte brengen van de huidige stand van zaken betreffende de oecumenische beweging zodat zij de oecumenische dimensie kunnen integreren in hun prediking, katechese, gebed en het gehele christelijk leven. Wanneer het mogelijk en opportuun is, zou van tijd tot tijd een bedienaar van een andere kerk moeten worden uitgenodigd om te spreken over zijn eigen traditie of over pastorale kwesties, die allen vaak gemeen hebben. b) Als de gelegenheid zich voordoet en met toestemming van de bisschop van het diocees, zullen de geestelijkheid en zij die in het diocees pastoraal werkzaam zijn, kunnen deelnemen aan interkerkelijke bijeenkomsten, met de bedoeling de onderlinge betrekkingen te verbeteren en door ieders inbreng de gemeenschappelijke pastorale problemen op te lossen. Dergelijke initiatieven zullen vaak makkelijker tot stand komen als er voor de geestelijken plaatselijke raden of verenigingen in het leven worden geroepen, of als men toetreedt tot dergelijke verenigingen, wanneer zij reeds bestaan.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=