HOOFDSTUK II 31 DE OECUMENISCHE COMMISSIE VAN DE SYNODEN VAN DE KATHOLIEKE OOSTERSE KERKEN EN VAN DE BISSCHOPPENCONFERENTIES 46. Iedere Synode van de Katholieke Oosterse kerken en iedere Bisschoppenconferentie zal volgens de eigen methoden een bisschoppelijke commissie voor de oecumenische aangelegenheden in het leven roepen, die wordt bijgestaan door mannelijke en vrouwelijke deskundigen, gekozen uit de geestelijkheid, de religieuzen en de leken. Voor zover dat mogelijk is zal deze commissie geassisteerd worden door een permanent secretariaat. De werkmethode van deze commissie zal worden vastgesteld door de statuten van de synode of de conferentie; de opdracht van de commissie zal zijn richtlijnen voor te stellen inzake de oecumenische beweging, en concreet aan te geven hoe te handelen overeenkomstig de wetgeving, richtlijnen en bestaande wettige kerkelijke gebruiken, en volgens de concrete mogelijkheden van een bepaalde streek. Op het betreffende territoriale niveau moeten alle omstandigheden van plaatsen en personen in aanmerking worden genomen, maar daarnaast mag de universele kerk niet buiten beschouwing worden gelaten. Mocht door het geringe aantal leden van een Bisschoppenconferentie het niet mogelijk zijn een bisschoppelijke commissie in te stellen, dan zou althans een bisschop verantwoordelijk moeten worden gesteld voor de hieronder bij nr. 47 genoemde oecumenische taken. 47. Deze commissie zal zich hebben bezig te houden met de in nr. 44 genoemde taken in zoverre deze vallen onder de bevoegdheid van de Synoden van de katholieke Oosterse kerken of van de Bisschoppenconferenties. Maar zij zal ook andere taken hebben te vervullen waarvan hieronder enkele voorbeelden volgen: a) de normen en instructies van de Heilige Stoel over deze materie uitvoeren;
RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=