OECUMENISCH DIRECTORIUM 30 aangepast moeten worden al naargelang de deelnemers aan de dialoog en de te bespreken onderwerpen verschillen;53 g) een voorstel te doen omtrent deskundigen die binnen het bisdom belast worden met de dialoog met de andere kerken en kerkelijke gemeenschappen; h) in samenwerking met andere diocesane organisaties en met de andere christenen een gemeenschappelijk christelijk geloofs-getuigenis te bevorderen, en ook gemeenschappelijke activiteit te ontplooien op bepaalde terreinen, zoals die van de opvoeding, de openbare en persoonlijke moraal, de sociale rechtvaardigheid, al wat samenhangt met cultuur, wetenschap en kunst;54 i) aan de bisschoppen de uitwisseling voor te stellen van waarnemers en gasten bij belangrijke conferenties, synoden, de installatie van religieuze leiders en andere soortgelijke gelegenheden. 45. In de bisdommen zouden de parochies moeten worden gestimuleerd om mee te doen met oecumenische initiatieven op hun niveau, en om zo mogelijk groepen te vormen met als opdracht deze activiteiten tot stand te brengen (zie verder, nr. 67). Zij zouden in nauw contact moeten blijven met de diocesane autoriteiten, en met hen en met de andere parochies en groepen hun informatie en experimenten moeten uitwisselen. 53 Vgl. Unitatis redintegratio, 9 en 1l; vgl. Overwegingen en aanbevelingen met betrekking tot de oecumenische dialoog, t.a.p. 54 Vgl. Unitatis redintegratio, 12; Ad Gentes, 12 en De oecumenische samenwerking op regionaal, nationaal en plaatselijk niveau, 3.
RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=