Zand en Stenen

Pasen: Het zaad van de tuinkers Zó zwart de nacht, toch weet ik het eerste licht. Steen van schuld en schaamte, weggerold, gebroken. Je lijkt verdwenen, de tuin verlaten, de beproeving van het zaad stervend in het zand. Ergens, voorbij het wapen, geladen, jouw naam, ontheiligd, ontkiemt het gestorven zaad, groeit de tuinkers, kome, kome, kome jouw rijk.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=