Onze Vader - Vader van allen

33 10. Samenhang Maar nu moeten we de verscheidenheid van de zeven beden onderzoeken en behandelen. Ons leven speelt zich af in het nu en het is tijdelijk, maar we hopen op het eeuwige leven. De eeuwige dingen staan weliswaar hoger in waarde, maar we maken pas de overgang daarheen na afloop van de tijdelijke. De verhoring van de eerste drie beden neemt in het leven hier op aarde een aanvang. Want de heiliging van Gods naam is begonnen met de nederige komst van de Heer. De komst van zijn koninkrijk zal plaatsvinden in het volle licht bij zijn verschijning in heerlijkheid, niet als het einde van de wereld een feit is maar als het einde van de wereld bezig is zich te voltrekken. De volmaakte vervulling van zijn wil, op aarde zoals in de hemel - of men nu de rechtvaardigen en de zondaars ziet als de hemel en de aarde, de geest en het vlees, de Heer en de kerk of dat allemaal tezamen - die volmaakte vervulling zal tot stand komen op het moment dat ons geluk zijn voltooiing bereikt: op het einde van de wereld. Toch gaat het in alle drie de beden om een vervulling voor eeuwig. Want de heiliging van Gods naam is eeuwig en zijn koninkrijk kent geen einde en aan ons wordt het volmaakte geluk in het eeuwige leven beloofd. Die drie zullen dus volledig en volmaakt blijven bestaan in het leven dat ons wordt beloofd. Augustinus , Bergrede De overige vier beden hebben volgens mij betrekking op het tijdelijke leven hier. De eerste is: 'Geef ons heden ons dagelijks brood.' Dat zogeheten 'dagelijks' brood - of dat nu staat voor het geestelijk brood, voor het zichtbare in het sacrament of voor het levensonderhoud — heeft te maken met deze tijd, die de Heer 'heden' heeft genoemd. Het geestelijk voedsel is weliswaar eeuwig, maar wat in de Schrift dagelijks voedsel heet, wordt de ziel aangeboden in het geluid van woorden of in andere tijdelijke tekenen. En wanneer allen van God onderricht zullen ontvangen en het onuitsprekelijke licht van de waarheid niet met lichamelijke inspanning wordt uitgedrukt maar gretig ingedronken dankzij geestelijke zuiverheid, zullen die tekenen er allemaal beslist niet zijn. Misschien is er ook wel over brood gesproken en niet over drank, omdat brood in voedsel verandert doordat het wordt gebroken en gekauwd, zoals de Schrift de ziel voedt doordat ze wordt geopend en besproken. Drank gaat zoals die is, kant-en-klaar over in het lichaam. Zo bezien is de waarheid het brood voor deze tijd, waarin het dagelijks brood wordt genoemd. Maar zij is de drank voor de tijd hierna, wanneer het zware karwei van