Pagina 3 - Overig

Basis HTML versie

Lesbr i e f
K I N D E R E N & I C O N E N
s
3
weet het Nederlandse woord niet, dat zijn ‘ikony’. Hoe noemen jullie die?”, vraagt
hij aan Alex. Alex weet het niet. Misja’s vader komt net de kamer binnenlopen:
“Jullie noemen zulke schilderijen «iconen»”, zegt hij. “Dat heet ‘icoon’ in het Ne-
derlands!”. ‘Knap van Misja’s vader dat hij een Nederlands woord kent dat ik niet
ken’, denkt Alex. “Wat is een icoon?” “Dat is een schilderij van ons geloof”, zegt
Misja. En vader vult aan: “Icoon betekent ‘afbeelding’”. “Pappa”, roept Misja, “
ík
was aan het uitleggen…Afbeelding dus… Kijk, hier staat bijvoorbeeld Jezus op
afgebeeld.We branden er een lichtje voor, om altijd te weten dat Hij bij ons is”.
Alex kijkt heel goed naar de icoon. Hij is erg mooi. Met allerlei kleuren.
Misja’s vader en moeder lopen met het eten binnen, zetten het op de gedekte ta-
fel, kijken dan naar de icoon en zeggen hardop enkele zinnen die Alex niet be-
grijpt. Misja kijkt mee. “Dat was een gebed”, zegt Misja na afloop. “Om God te be-
danken voor het eten dat we krijgen. Ondertussen kijken we dan naar de icoon.”
“Maar dat eten heeft je moeder toch gemaakt”, zegt Alex. “Waarom bedank je dan
God?” Misja moet even goed nadenken… “Ja, het eten is door mijn moeder ge-
maakt, en door de groenteboer, en door de tuinder… En toch geloven wij dat God
dit ons allemaal geeft. Daarom zeggen we dankjewel tegen God”. Het dankgebed
was trouwens niet voor niets, want het eten van Misja’s moeder, sorry: van God,
was erg lekker.
DE RE I S
Na die keer dat Alex bij Misja is gaan logeren, spelen Alex en Misja nog vaak met
elkaar samen, op school, maar ook in het grote huis van Misja. En ze vinden de
tekenles de leukste les van de hele week. “Ik wil later kunstschilder worden”, zegt
Alex. Dat vindt Misja wat ver gaan. ‘Tekenen en schilderen, leuk! Maar wél als
hobby’, denkt hij.
Op een avond belt de vader van Misja op naar de ouders van Alex. De familie Pet-
rov gaat in de zomer voor drie weken naar Rusland. Of Alex mee wil én mee mag?
Natuurlijk wil Alex mee; wat een kans! Zijn vader en moeder vinden het goed.
“Als alles maar goed geregeld is”, zegt Alex’ vader. “Je moeder en ik willen dan wel
praten met Misja’s ouders”. Zo gebeurt. Alex’ ouders hebben er alle vertrouwen
in. Hun zoon mag mee met de familie Petrov. Naar Sint-Petersburg, de tweede
grote stad van Rusland, gelegen aan de zee.
OUDTANTE
Een paar dagen later komen ze aan in Sint-Petersburg. Alex weet niet wat hij ziet:
de stad is zo mooi! En het lijkt wel of iedereen familie is van Misja: ooms, tantes,
neven, nichten, oud en jong. Ze brengen ze allemaal een bezoekje. En die arme
Misja zich maar een ongeluk vertalen: van het Russisch naar het Nederlands en
van het Nederlands naar het Russisch. “Ik dacht dat ik op vakantie ging”, zegt hij
half lachend, half mopperend.
Op een van de eerste dagen in Sint-Petersburg brengt Misja zijn vriendje Alex
naar zijn oudtante. Bij tante in huis ruikt het net als in het grote huis van Misja in
Nederland: naar Russisch eten. En ook bij tante hangen er van die vreemde schil-
derijen in de kamer. Sommige vindt hij heel lelijk, andere juist mooi. Maar ze heb-
ben allemaal iets geheimzinnigs. “Wie heeft die allemaal gemaakt?”, roept Alex
uit. “Die komen van God”, zegt tante. Alex moet bijna hardop lachen. Hij zegt te-
gen Misja: “Die schilderijen zijn toch gemaakt door schilders, en niet door God”.
Misja zegt: “Je bedoelt tante’s iconen! Natuurlijk komen die van God. Net als het