Pagina 7 - Overig

Basis HTML versie

7
Kinderen geven kleur aan geloven
het onderwerp. Niet alleen de plastische opga-
ve bepaalt de keuze van zulke onderwerpen,
maar ook de noodzaak voor de kinderen om
vertrouwd te raken met de kerk. Tijdens de
eerste etappe tekenen kinderen niet zomaar
een dier, maar door middel van begrip van
waarnemingen uit de werkelijkheid en de fan-
tasie scheppen zij in gedachten een beeld van
een dier. Bovendien leren kinderen de begin-
selen van de kleurenleer en de kleurengrafiek.
II
Tijdens de tweede etappe leren kinderen
van 6/7 jaar door middel van het analyseren
van sprookjes een beeld te doorgronden. Eerst
het woord, daarna de uitbeelding, die geen
illustratie bij het woord is; het woord en de
uitbeelding zijn gelijkwaardig, net zoals bij
een icoon. Tijdens deze etappe leren zij de
principes van de opbouw van een compositie
van een onderwerp met veel figuren en de ver-
schillen in grootte op de afbeelding met
gebruikmaking van het omgekeerde perspec-
tief. Voor het eerst verschijnen architectuur
en landschap in de voorstellingen. In het
sprookje komt het element van een ‘
étude’
al
naar voren, maar alleen voor zover dat niet de
hoofdzaak raakt: de vrijheid van het kind bij
het inrichten van de ruimte van het bladvlak.
III
Tijdens de derde etappe wordt aan kinde-
ren van 8 tot 10 jaar gevraagd het leven van
een heilige te schilderen. Hierin zit een aspect
van catechisatie, wat zeer belangrijk is voor
het begrijpen van het spirituele, echter niet
als iets innerlijks, maar als iets hemels. Weer
begint alles bij het woord. Na het lezen leggen
de kinderen ‘hun’ visie op de
vitae
uit. Tijdens
deze etappe in het proces hebben de kinderen
een gesprek met een priester, die hen helpt de
spirituele daden van de heilige te doorgron-
den. Hier is de belangrijkste opgave een uit-
beelding op twee vlakken: het hemelse en het
aardse. Het hemelse als een spirituele daad
van de heilige en het aardse als een aardse
weg, het bereiken van het hemelse op deze
aarde. Hier wordt voor het eerst de canon
geïntroduceerd. Daar er een heilige wordt
afgebeeld, moet het eigen inzicht in en het
eigen beleven van de afgebeelde gegoten wor-
den in de vorm die door de Synode is vastge-
steld. De kinderen gaan de beeldende ervaring
als een geestelijke ervaring begrijpen. In ver-
band hiermee openbaart zich een nieuw
begrijpen van kleur als licht. Nu wordt het
vlak opgebouwd als een oplichtend lichtvlak,
dat wil zeggen een hemels vlak.
IV
Bij de vierde etappe ontwikkelen kinderen
van 8 tot 12 jaar, terwijl zij werken aan hun
eigen icoon, vaardigheid in het uitbeelden van
de plasticiteit van het lichaam. De oplossing
van deze plastische opgave komt echter wel
tot stand binnen het streven de al getransfigu-
reerde vorm, die tot de hemelse wereld
behoort, te begrijpen. Hier doen kinderen
vaardigheid op in en leren ze de principes van
het werken aan het inkarnaat met sankir; ze
leren kleurstoffen fijn te wrijven op basis van
eitempera, het vergulden op een boluslaag, de
terminologie van de iconenkunst, en het aan-
brengen van de
levkas
. Tegelijkertijd leren ze
door de opbouw van het hoofd en het gelaat
ook een manier om deze uit te beelden op het
sferische vlak van de icoon. Het verschil tus-
sen een gezicht en een gelaat, tussen individu-
aliteit en persoonlijkheid wordt doorgrond.
Diepgaand en serieus wordt het thema van het
getransfigureerde lichaam besproken, dat
leeft in de ruimte van het ongeschapen licht.
Alles wat tot dan toe bekend was over het
licht wordt gerealiseerd in het modelleren van
de sferische ruimte als een hemelse ruimte.
V
Tijdens de vijfde etappe wordt kinderen van
12 tot 15 jaar gevraagd te werken aan de feest-
dagenrij van de iconostase. Eerst maken ze
kennis met de iconografie van de twaalf feest-
dagen. Er wordt een feestdagicoon uitgekozen
waarvan de canon wordt doorgrond. De icoon
wordt uitgevoerd op een paneel dat vervaar-
digd is door de leerling met gebruikmaking
van alle vaardigheden die hij tijdens de vooraf-
gaande etappes gekregen heeft. Met de vijfde
etappe wordt de opleiding voltooid. Hierna
speelt de leerling het moeiteloos klaar een
canonieke icoon of onderwerpen op religieuze
thema’s te schilderen en neemt hij deel aan
het schilderen van iconen voor iconostases
van kerken in de stad of in andere regio’s.
R.M. Girvel.
Rostislav Martinovich Girvel is icoonschilder
en oprichter van en pedagoog aan de ortho-
doxe icoonschilderschool voor kinderen
‘Svjatogorie’ in St. Petersburg