Pagina 3 - Overig

Basis HTML versie

3
Kinderen geven kleur aan geloven
N
iet lang geleden zag ik een documentaire
over gehandicapte kinderen, die fysiek
erg ziek waren, maar ongelooflijk geta-
lenteerd. Een gedeelte van de documentaire liet
een concert zien van klassieke muziek, waarin
de slaginstrumenten bespeeld werden door een
volledig doof meisje en de piano door een blinde
jongen. Een beroemde musicus die aanwezig
was op het concert merkte over dit ongebruike-
lijke en verbazingwekkende gebeuren op: het
kan niet, hoewel het ís omdat het evident is. Op
een eerste en veelal onderbewust niveau ‘pro-
testeert’ ons empirische waarnemingsvermogen
tegen zulk bewijs – het kan niet, want het is niet
duidelijk hoe het überhaupt mogelijk is. Maar
ondanks dit spontane protest bewonderen we
dit gebeuren dat ons vervult met een soort
gevoel van triomf, alsof we getuigen zijn gewor-
den van de overwinning van de Geest op de
natuurwetten, die in essentie ten grondslag ligt
aan elk wonder. Dat is het wonder dat ons leert
en tekens geeft van de onzichtbare en onbegrij-
pelijke werkelijkheid en dat we waarnemen als
een openbaring van boven.Van dien aard is de
werkelijkheid van de gave, en de gave kan alleen
van God komen. De gave van genade, een bij-
zondere gave van de H.Geest na de Opstanding
van Jezus Christus, is iets dat de natuurwetten
en onze natuurlijke manier van denken over-
stijgt. Juist dit overstijgende vertegenwoordigt
de icoon en zijn substantie is geen symbolisme
zoals velen over het algemeen geloven, maar
een christologische realiteit. Op basis van dit
realisme - en daarmee onlosmakelijk verbonden
- bestaat de verering van de icoon.
Beeldenstrijd
In een bepaalde periode van de Byzantijnse
kerkgeschiedenis dook het verschijnsel van het
iconoclasme op als een hernieuwde beleving
van de antieke metafysica en het antieke intel-
lectualisme in het algemeen, waarbij het beeld
stamt uit de sfeer van de zintuigen en daarom
geen verering waard is. Het pad naar de
Waarheid verliep uitsluitend via intellectuele
beschouwing en beeldkunst was op zijn hoogst
het beginpunt waarbij het niet gebruikelijk was
stil te staan, laat staan het te vereren.
Maar desondanks vereert de Orthodoxe Kerk
het beeld dat door mensenhanden is gemaakt.
Deze verering heeft geen betrekking op het
kunstwerk of de afgebeelde schoonheid, maar
op de Schepper zelf – de Schepper van de
wereld en de mens, die geïncarneerd is in het
menselijke lichaam en daardoor zijn
Heerlijkheid toonde. Dit was in ieder geval
altijd waar voor de Orthodoxe Kerk; het werd
tot het Zevende Oecumenische Concilie nage-
leefd en werd daarna dogma. De icoon werd in
Rusland altijd als heilig beschouwd, gekust en
de heilige beeltenis genoemd.
Idolatrie
Ik zou graag de aandacht willen vestigen op
een taalkundige eigenaardigheid: het
Russische woord voor ‘kussen’ (
celovanie
)
heeft dezelfde wortel als het woord voor
‘geheel’ (
celyj
) dat afgeleid is van het woord
voor ‘doel’ (
cel’
). Daaruit volgt dat het aanra-
ken van de icoon kan worden geïnterpreteerd
als het aanraken van het geheel, als een heel
worden of geheeld worden, de heelwording
van onze gevallen natuur. De icoon wordt
behandeld als een heilig object waar God aan-
wezig is. Maar het betekent niet dat het object
De Icoon in het verleden en heden
Zijn plaats in de Orthodoxe traditie