Overeen 2008-21

4 • maart 2008 Veelkleurig boeket in één vaas door Hanneke Arts-Honselaar A ls kind al kwam ik op een speelse manier met oecumene in aanraking via de pastoor van ons dorp, Nunspeet. Gere- formeerd van huis uit onderhield de predikant van onze gemeente contac- ten met de plaatselijke pastoor. Hij en ik ontmoeten elkaar met name bij de predikant thuis. Tijdens de studie werd mijn oecumensiche interesse aange- wakkerd door de toenmalige hoogle- raar missiologie, Prof. dr. Anton Honig. Een grote impuls kreeg die belangstel- ling toen ik predikant werd in een vin- exlocatie in Breda, de wijk Haagse Beemden. Die wijk werd destijds ont- wikkeld aan de hand van een struc- tuurnota. Ik heb de visie van bisschop Ernst op die wijk altijd geweldig ge- vonden. Al voordat de eerste paal van die wijk geslagen werd was er al een pastor benoemd. Dit betekent dat de kerk present was voordat de mensen er woonden. Dat vind ik buitenge- woon sterk! Het getuigt echt van visie. Hierin liep de katholieke kerk mijlen voor op de protestantse kerk in Breda. De pastor, die een protestantse collega miste, besloot een brief te schrijven aan de centrale kerkenraad van Breda om ten minste een ouderling te benoe- men en hij kwam nota bene zelfs met een voordracht. De centrale kerken- raad besloot dat advies op te volgen. Vervolgens benoemde deze kerken- raad mij in 1986 als predikant. Er kwam een intensieve samenwerking tussen katholieken en protestanten op gang. Ook bij de inrichting van de kerkgebouwen werd er rekening mee gehouden dat de anderen het gebouw voor de eredienst moesten kunnen ge- bruiken. Plaatselijk en landelijk Ik zie hier in Eindhoven, waar ik sinds 2005 predikant ben, een groot verschil met de situatie in Breda. Zo valt het op dat er verschillen bestaan tussen de bisdommen. Het is belangrijk nauw- keurig samen te kijken wat mogelijk is en daarin zorgvuldig te zijn, goede af- spraken te maken en elkaar daaraan te houden. De oecumenische contacten hier in Eindhoven spelen zich vooral af buiten de liturgie om. Het oecu- menisch leerhuis loopt zo goed dat we een numerus fixus hebben moeten in- stellen, en ook op diaconaal vlak zijn er vele oecumenische contacten bin- nen de stad. Het is jammer dat er op li- turgisch vlak minder mogelijkheden liggen. Vanaf 1986 ben ik ook landelijk be- trokken geraakt bij de oecumene toen ik benoemd werd tot deputaat voor de oecumene, destijds een adviesorgaan van de Synode van de Gereformeerde Ker- ken. Daarnaast heb ik tot 1999 meegewerkt aan het ‘Samen op Weg’-proces dat uit- eindelijk geleidt heeft tot de Protestantse Kerk in Nederland. Sinds 2004 ben ik voorzitter van de Pro- gramma Overleg Ver- gadering (POV) Oecu- mene van de PKN en als zodanig heeft de moderamen van de sy- node me gevraagd als adviseur namens de PKN zitting te nemen in het bestuur van de Katholieke Vereniging voor Oecumene. Op de achtergrond speelde bij deze keuze mee dat ik binnen de PKN be- stuurlijke contacten onderhoud. Ontmoeting Vanuit deze functies heb ik natuurlijk de beleidsnota over oecumene van de PKN bekeken en er mijn gedachten over laten gaan. Ik kon helaas zelf niet aanwezig zijn bij de bespreking in de synode omdat ik een uitvaart had. Ik heb wel geprobeerd op tv het een en ander te volgen, de IKON zond de be- spreking live uit. Daaruit begreep ik dat er nogal veel nadruk is komen te liggen op de verhouding met de Rooms-katholieke Kerk na de verkla- Ds. van Pijkeren is sinds 2007 namens de PKN adviseur van het bestuur van de Katholieke Vereniging voor Oecumene. Hij volgde ds. dr. H. Kronenburg in deze functie op. Hanneke Arts-Honselaar vroeg hem hoe hij bij de oecumene betrokken raakte en hoe hij aankijkt tegen de beleidsnota over Oecume- ne ‘Meegaan in de beweging van de Heilige Geest’ die in april van dit jaar door de Generale Synode van de Protestant- se Kerk in Nederland besproken werd. Ds. van Pijkeren

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=