Overeen 2008-21

H et vluchtscenario herhaalt zich. En Syrië is ook nu weer toe- vluchtsoord voor Irakese chris- tenen, naast Jordanië, Libanon, Turkije en – veel te mondjesmaat – wes- terse landen. Dit korte artikel beperkt zich tot de situatie in Syrië, die sympto- matisch is voor de dramatische situatie van Irakese vluchtelingen in het alge- meen en de christenen onder hen in het bijzonder. Hedendaags Irak De laatste oorlog die begon in 2003 en nog altijd voortduurt, was voor het toch al kwijnend aantal christenen in Irak een zware slag. In belangrijke delen van Irak zijn christenen de laatste jaren slacht- offer geworden van criminele afpersers en islamistische terreurgroepen. De rege- ring in Baghdad is zwak en kan moeilijk haar gezag laten gelden. Christenen zijn in Irak vogelvrij. Ze ondergaan kidnap- ping (gijzeling tegen losgeld), verkrach- ting, gedwongen uithuwelijking, moord. Sommigen vluchten naar het noorden – het oorsprongsgebied van de christenen in de laatste eeuwen. Er gaan al lange tijd stemmen op om daar in de Nineveh- vlakte een autonome regio voor Assyri- sche christenen te creëren, in een streek grenzend aan het autonome gebied van de Koerdische Regionale Regering, maar vallend onder de regering in Baghdad. De Koerden van Noord-Irak werken die plannen tegen. Ook in het autonome Koerdische gebied hebben christenen het niet altijd gemakkelijk. Syrië Veel Irakezen van verschillende etni- sche en godsdienstige bevolkingsgroe- pen zijn het geweld ontvlucht naar buurlanden als Syrië. Ook en vooral christenen. In Syrië loopt het aantal Irakese vluchtelingen tegen de 1,5 mil- joen. Dat is 7% op de huidige Syrische bevolking. Van het aantal vluchtelingen is meer dan 10% christen, veel hoger dan het huidig percentage van de Irake- se bevolking (1 à 2 %). Met name in de christelijke wijken van Damascus en Aleppo zijn veel christelijke vluchtelin- gen uit Irak. Tijdens mijn verblijf in Sy- rië in augustus jl. merk ik daar, als rela- tieve buitenstaander, sporadisch wat van. Ik bezoek de Protestantse kerk van Damascus, de dienst is al afgelopen. Op het kerkplein loop ik enkele Armeens-evangelische christe- nen tegen het lijf. “We komen uit Irak”, vertellen zij. En een jonge haveloze schoenpoetser die op straat mijn zojuist (door een an- der) gepoetste schoenen wil poetsen, zet zijn dienstenaan- bod kracht bij met dezelfde zin: “Ik kom uit Irak!” Wanneer ik hoge kerkleiders spreek in Damascus en Aleppo vertellen ze over de vele christe- lijke vluchtelingen die aan hun zorg zijn toevertrouwd: Arm- eens-apostolischen, Syrisch-or- thodoxen… Voor de hoofdin- gang van het Syrisch-orthodoxe patriar- chale klooster bij de Syrische hoofdstad loopt een groepje kinderen voorbij on- der leiding van een kloosterzuster. “Dat zijn kinderen van vluchtelingen uit Irak”, zegt de monnik die bij mij staat. “Ze wonen hier in de buurt. Ze hebben allemaal wel iemand verloren. Een oom, een vader… Vermoord!” Dat ook nu nog de situatie voor christenen in Irak niet pluis kan zijn, blijkt uit zijn vervolgre- laas: “Vorige week nog werd van een monnik hier in huis de broer in Irak ver- moord, voor de ogen van zijn kind.” Niet alleen christenen zijn de dupe. “Wij christenen hebben goede communica- tiemiddelen en eigen media”, zegt een oosterse bisschop tijdens een privé ge- sprek. “Als een christen iets in Irak over- komt, is dat een uur later over heel de wereld bekend. Maar als een moslim wordt vermoord, blijft dat onbekend.” Irakezen krijgen nu overigens in Syrië slechts verblijfsvergunningen van 3 maanden, soms zelfs maar van 15 dagen: de Syrische regering is niet blij met de Irakese vluchtelingen, christen of niet! Hulp Zowel voor de christenen die naar het buitenland zijn gevlucht als in Irak zelf (vaak binnenlandse vluchtelingen, overi- gens!) worden hulpacties op touw gezet en wordt de publieke opinie bewerkt. Naast de primair humanitaire behoeften van deze christenen, is er ook het belang van de christelijke aanwezigheid in het Midden-Oosten, in het bijzonder in Irak. Het Irakese christendom heeft zeer oude papieren. In de beginperiode van Sad- dam waren er nog zo’n 1,4 miljoen Assy- rische christenen in het land (de Arm- eense christenen niet eens meegere- kend). Ondertussen heeft de leegloop van christenen uit Irak dramatische trek- ken gekregen. Er zijn nu nog 0,4 à 0,5 miljoen christenen in Irak op 28 miljoen inwoners. Ondertussen verkeren mensen in nood, in Irak of in het onmiddellijke buitenland. 3 • oktober 2008 De Katholieke Vereniging voor Oecumene vraagt steun voor het werk van Caritas Irak. Giften voor het werk van Caritas Irak ten be- hoeve van de vluchtelingen in Irak kunnen worden overgemaakt op giro 1087628 ten name van de Katholieke Vereniging voor Oe- cumene onder vermelding van Caritas Irak. De Vereniging zorgt ervoor dat de giften ge- heel ten goede komen aan Caritas Irak. De christenen van Irak hebben een roerige eeuw achter de rug. De genocide op de Armeniërs in 1915 trof niet alleen deze, maar ook de Assyrische christenen in het Osmaanse Rijk; ze vlucht- ten naar Irak, waar geloofsgenoten woonden. In de jaren ’30 was er een hevige botsing tussen het opkomend Assyrisch en het opkomend Arabisch nationalisme, het zogeheten bloedbad van Semele. Veel christenen vluchten naar buurland Syrië. Christelijke vluchtelingen van Irak door Leo van Leijsen De Chaldeeuws-katholieke kerk in Aleppo, waar veel Chaldeeërs uit Irak ter kerke gaan. (foto: L. van Leijsen).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=